Skip to content

pZg23 - Beekeerdgronden; lemig fijn zand

Kalkoze zandgronden.

Beekeerdgronden behoren tot de kalkloze zandgronden. Dit zijn minerale* gronden, waarvan het minerale deel binnen 80 cm diepte voor minstens de helft bestaat uit kalkloos zand(materiaal met minder dan 8% lutum* en minder dan 50% leem*.

Opdeling.

De kalkloze zandgronden worden opgedeeld naar de aan/afwezigheid van een minerale eerdlaag.

  • kalkloze zandeerdgronden hebben een minerale eerdlaag van ten hoogste 50cm

  • en zandvaaggronden hebben géén minerale eerdlaag*.

De kalkloze zandeerdgronden worden opgedeeld in de aan of afwezigheid van hydromorfe* kenmerken. De zandeerdgronden met hydromorfe kenmerken worden opgedeeld in

  • Beekeerd gronden. Met roest in de bovenste 35cm.

  • Gooreerd gronden. Geen roest in de bovenste 35cm.

Beekeerdgronden

Dit zijn kalkloze zandeerdgronden met hydromorfe* kenmerken, dwz. rondom de zandkorrels onder de A-horizont komen geen ijzerhuidjes voor en binnen 80 cm diepte kan een G-horizont beginnen. Is de minerale eerdlaag bruin, dan wordt de grond aan de hand van de genoemde kenmerken tot de beekeerdgronden gerekend. Als de minerale eerdlaag zwart is, moet bovendien ondieper dan 35 cm roest beginnen die doorloopt tot 120 cm diepte of tot de G-horizont en die hoogstens over 30 cm onderbroken is. De zwarte beekeerdgronden hebben een A-horizont die tot 50 cm dik kan zijn. Behalve roest komen er ook gebleekte vlekken in voor die in de humushoudende bovengrond soms weinig opvallen. In de C-horizont steken de roestvlekken en -vlammen duidelijk af tegen het bleke moedermateriaal. De G-horizont is grijs. Het ijzer is waarschijnlijk voor een groot deel aangevoerd met het grondwater. Het is vermoedelijk voor een deel afkomstig van de hoger in het terrein liggende, ontijzerde veldpodzolgronden. De roest kan in veel verschillende vormen voorkomen, van kleine vlekjes tot concreties van flinke afmetingen. Vaak zijn het pijpjes, die rondom wortels werden gevormd. Zwarte beekeerdgronden komen veel voor als doorlopende laagten in dekzandgebieden; zij volgen het natuurlijke ontwateringspatroon. Bruine beekeerdgronden liggen gewoonlijk iets hoger dan de zwarte.

pZg23 - Beekeerdgronden; lemig fijn zand

Deze gronden vormen het grondpatroon van de bodemgesteldheid in de Gelderse Vallei. Ze komen voor met een zwarte en met een bruine bovengrond. Dit verschil is in het gebied van kaartblad 32 Oost zo duidelijk dat van beide een profielbeschrijving zal worden gegeven.

De bruine beekeerdgronden liggen meestal iets hoger in het terrein dan de zwarte. Zij hebben dan ook steeds Gt III.

De lemige* beekeerdgronden t zijn mooie, rulle gronden. De overgang van de A- naar de C-horizont* wordt vaak gevormd door een sterk lemige, gyttja*-achtige laag; deze bestaat plaatselijk zelfs uit zandige leem (beekleem). In de G-horizont* worden in de lagere delen (Gt II) veelvuldig wortelresten (meestal van elzen) aangetroffen. De gronden worden bijna uitsluitend als grasland gebruikt; op de iets hogere (Gt III) delen die vaak bruin zijn, komt enig bouwland voor.

Profiel*

Bruine beekeerdgrond

Diepte Horizont* Omschrijving
0--- 25 cm A1g1 zeer donker grijsbruin (10YR3/2), humeus*, sterk lemig, matig fijn zand, veel roest
25--- 45 cm A1g2 donkerbruin (7,5YR4/3)*, zeer sterk lemig, matig fijn zand; zeer veel, fijn verdeelde roest
45--- 70 cm ACg roodbruin (5YR4/3), humusarm, sterk lemig, matig fijn zand; zeer veel roest en harde ijzerconcreties
70---110 cm Cg licht grijsbruin (2,5Y6/3), humusarm, leemarm, matig fijn zand; enige roestvlammen
110---120 cm G grijs (5Y5/1), humusarm, leemarm, matig fijn zand; gereduceerd, zonder roest.

Zwarte beekeerdgrond

Diepte Horizont* Omschrijving
0--- 35 cm A1g zwart (10YR2/1), zeer humeus, sterk lemig, zeer fijn zand; veel roest; met vrij scherpe grens overgaand in
35--- 40 cm ACg zeer donker bruingrijs (10YR3/2), matig humusarm, sterk lemig, zeer fijn zand; zeer veel roest; scherp op
40---110 cm Cg licht grijsbruin (2,5Y6/2), leemarm, zeer fijn zand; veel roest, fijn verdeeld en in vlammen
110---120 cm CG licht grijsbruin (2,5Y6/2), zwak lemig, matig fijn zand; zonder roest.
0--- 35 cm A1g zwart (10YR2/1), zeer humeus, sterk lemig, zeer fijn zand; veel roest; met vrij scherpe grens overgaand in

De kaarteenheid ligt verspreid door de gehele Gelderse Vallei, meestal als doorlopende laagten in het landschap. De overgang naar de omliggende kaarteenheden is bijna altijd geleidelijk. De voorkomende grondwatertrappen zijn II, II/III en III.

Back to top