Skip to content

Herengoederen

Wat is het

Herengoederen zijn goederen die toebehoren aan een heer, dus niet aan een klooster. In dit geval wordt dat verbijzonderd tot goederen die toebehoorden aan de hertog van Gelre.

De hertog

In 1021 kreeg ene Gerard I Flamens van keizer Hendrik II het land van Gelre. De wereld was toen nog klein, want deze Hendrik II dezelfde persoon die in in 1009 Meinwerk tot bisschop van Paderborn benoemt. En Gerard was gehuwd met Bava, dochter van graaf Diederik van Hamaland, op zijn beurt een zoon van Adela van Hamaland en haar eerste echtgenoot Immed.

Rond 1046 kreeg Gerard het recht zich graaf van Gelre te noemen. De naam Gelre is afgeleid van de Duitse plaats Geldern, wat in eerste instantie de kern van het graafschap was. In de volgende eeuwen wisten de Gelderse graven hun grondgebied aanzienlijk uit te breiden. De uitbreidingen vonden plaats door oorlog, huwelijk of koop. Het besloeg grote delen van Limburg en het huidige Gelderland.

In 1331 trouwde graaf Reinoud II met de dochter van de Engelse koning, en die vond het toch beter klinken als zijn dochter met een hertog was getrouwd dan met een graaf. De Engelse koning wist er voor te zorgen dat Reinoud zich vanaf 1339 hertog mocht noemen. De titel van graaf en hertog was zeer begeerd, en daarmee ook reden voor vele oorlogen, waarbij zelfs vader tegen zoon of broer tegen broer streden. Een aantal keren stierf een geslacht uit, waardoor de graaf/hertogtitel in een andere familie terecht kwam.

In 1477 was de latere keizer Maximiliaan het geruzie om de opvolging van de hertogen moe, en probeerde de zeggenschap over Gelre terug te krijgen. Dat lukte uiteindelijk in 1543. Via Karel V kwam de heerschappij van Gelre terecht bij koning Filips II van Spanje, en zijn we zo bij de 80 jarige oorlog aangeland.

Gelderland was verdeeld in 4 zogenaamde kwartieren (Opper-Gelre, Nijmegen, Zutphen en Veluwe). De Veluwe was oorspronkelijk een leen van de bisschop van Utrecht, maar lag voor hem niet zo gunstig. Daarom gaf hij het in 1052 weer als onderleen uit aan de graaf van Gelre. Uiteindelijk was de hertog van Gelre zo machtig dat hij ervoor kon zorgen dat de Veluwe van hem was. Daarmee eigende hij zich ook het recht toe dat alle woeste (niet ontgonnen) gronden hem persoonlijk toebehoorden. Want als je zorgt dat je machtig genoeg bent is er niemand die je dat kan betwisten.

Voor de oorlog hadden de graven en hertogen veel geld nodig. Eén van de mogelijkheden om daaraan te komen was het ontginnen van woeste gronden. Dat gebeurde vanaf de dertiende eeuw. Zo zijn circa 800 zogenaamde herengoederen ontstaan. De Gelderse rekenkamer beheerde namens de hertogen de eigendomsrechten van deze boerderijen en landerijen.

Het herengoed

Een herengoed bestaat uit een zaalweer (doorgaans huis, hof en verder getimmer en erf) en onderhorige landerijen). Het zaalweer is de kern van een herengoed; meestal stond hier een huis op. In een aantal gevallen stond er geen of een vervallen huis op. Bij het ontbreken van een zaalweer, werd er door de Rekenkamer een zaalweer aangewezen.

Lijst met goederen

Het beheer van de herengoederen werd uitgevoerd door de Gelderse Rekenkamer. Er waren destijds ca 800 herengoederen in Gelderland. Voor een lijst van herengoederen in Putten, zie Odeeby. Door de Stichting Veluwse Geslachten is een 5 tal publicaties uitgegeven over de herengoederen op de Veluwe.

Bronnen:

Back to top