Skip to content

Landhuis Schovenhorst

LANDHUIS Groot Schovenhorst', met HEKWERK, gebouwd in 1876 naar ontwerp van een nog onbekende Utrechtse architect in opdracht van mr. J.H. Schober. Het huis is gelegen op het Landgoed Schovenhorst, dat zich ten oosten van de bebouwde kom van Putten bevindt en verdeeld is over 180 ha. aan weerszijden van de Garderenseweg. Schober, advocaat en industrieel uit Utrecht kocht hier in 1848 woeste heidegrond aan met de bedoeling dit te ontginnen. Hij kweekte hier bomen ten behoeve van produktiebos. Daarnaast deed hij op kleine schaal experimenten met landbouwprodukten. Schobers inspanningen hebben o.a. geleid tot het oprichten van Staatsbosbeheer. Het landgoed groeide uit tot een internationaal gerenommeerde bomenverzameling en bestaat thans uit twee pineta (1848 en 1901), een arboretum (1938) en een drie continenten bos (1966). Het landgoed valt onder de Natuurschoonwet. Het fraai gedetailleerde LANDHUIS werd aan de zuidwestzijde van de Garderenseweg gebouwd voor Schober zelf, en vertoont kenmerken van het Neo-Classicisme. Het pand is volledig gepleisterd, en bezit vooruitspringende risalieten met puntgevels. Verfsporen doen vermoeden dat de gevels oorspronkelijk een roze tint hadden. Het huis ligt schuin tegenover het aan de overzijde van de weg gelegen chalet Klein Schovenhorst' en wordt omringd door een parkachtige tuin, met voor de ingangspartij een rododendroneiland, grindpad en aan de linker zijde een weiland. De tuin loopt uit in het omringende bosgebied. De tuin wordt aan de straatzijde begrensd door een smeedijzeren HEKWERK met dubbele draaihekken waaraan bordjes met de naam Groot/Schovenhorst' bevestigd zijn. Het huis is in- en uitwendig grotendeels gaaf bewaard gebleven. Aan de linker zijgevel bevindt zich in de laatste as echter een detonerend, later aangebracht venster. De acroteria die oorspronkelijk de puntgevels sierden zijn verloren gegaan.

Omschrijving

Vrijstaand, onderkelderd LANDHUIS op samengestelde plattegrond, bestaande uit een rechthoekig hoofvolume met aan drie gevels uitspringende risalieten die met puntgevels zijn afgesloten. Het pand is twee bouwlagen en een zolderverdieping hoog, afgedekt met een samengesteld dak van in elkaar grijpende flauw hellende zadeldaken. De overstekende dakschilden zijn belegd met eternitleien in ruitpatroon. Op het dak bevinden zich drie witgepleisterde schoorstenen. De afwatering van het pand vindt plaats via geprofileerde bakgoten op geprofileerde consoles. De asymmetrisch ingedeelde gevels zijn volledig gepleisterd en hebben een hardstenen plint met afzaat. Over de gevels lopen gekorniste, gepleisterde en hardstenen waterlijsten en friezen, en de gevels worden verticaal geleed door hoekpilasters en lisenen. De gevelopeningen hebben gepleisterde omlijstingen. De lisenen en hoekpilasters zijn over de eerste bouwlaag in blokverband uitgevoerd en hebben een basement in de plint, voorzien van een diamantkop. In de gevels zijn voornamelijk enkelruits schuifvensters toegepast (eerste bouwlaag) en stolpvensters (verdieping) onder enkelruits bovenlichten. Het kozijnhout van de vensters is zwartgeverfd evenals het houtwerk van luiken en veranda's. De asymmetrisch ingedeelde VOORGEVEL (gericht naar de Garderenseweg) bestaat uit een vooruitspringende rechter partij afgesloten met een puntgevel en een terugliggend en recht afgesloten linker gedeelte. In de plint van de rechter partij zijn ter breedte van het venster erboven, casementen uitgespaard. Tussen de bouwlagen worden de hoekpilasters onderbroken door een cordon- en waterlijst. De gevel wordt onder het dakoverstek afgesloten door een met de dakrand meelopend fries. De eerste bouwlaag bezit gekoppelde vensters zoals beschreven, omgeven door een slanke geprofileerde omlijsting die aan de bovenzijde wordt afgesloten door een segmentboog met kuifstuk. Ter plaatse van de bovenlichten zijn in de omlijsting oren aangebracht. De tussenstijl is voorzien van casementen. De tweede bouwlaag heeft gekoppelde vensters met rondboogvormige bovenlichten, die onder een gezamenlijke boogomlijsting zijn gevat met geornamenteerde aanzetten en een kuifvormige bekroning waarin een kop is verwerkt. De vensters worden gescheiden door een middenstijl in de vorm van een zuiltje. In de linker zijgevel van het risaliet bevindt zich een venster in de eerste en de tweede bouwlaag. Het linker geveldeel heeft een veranda over de hele breedte en hoogte van eerste bouwlaag. De veranda is opgebouwd uit een hardstenen onderbouw belegd met plavuizen, en houten stijlen die door middel van houten bogen aan elkaar zijn verbonden en een glazen bekapping dragen. De toegang tot het terras wordt verzorgd door twee paar dubbele tuindeuren onder enkelruits bovenlichten. De tuindeuren zijn voorzien van opgeklampte luiken. De tweede bouwlaag bevat twee rechtafgesloten vensters, met stolpramen onder enkelruits bovenlichten. Boven deze vensters loopt een waterlijst, die boven de vensters is opgelicht, waardoor een soort doorlopend boogfries ontstaat. De RECHTER ZIJGEVEL heeft rechts van het midden een risaliet met een vrijwel identieke indeling en detaillering als dat van de voorgevel. In het pleisterwerk tussen de vensters is de naam Schovenhorst' aangebracht. De rechter zijgevel van dit risaliet is blind, de linker zijgevel bevat een venster op elke bouwlaag. Rechts van dit risaliet bevindt zich een terugliggende, duidelijk minder representatieve blinde partij met twee sober gedetailleerde vensters in de hoek en een toiletvenster rechts ervan. Het terugliggende linker gedeelte telt drie assen en heeft waterlijsten en friezen zoals in de voorgevel. De raamopeningen zijn in de eerste bouwlaag voorzien van een segmentboogvormige omlijsting met kuifwerk waarin weer koppen zijn verwerkt. Op de verdieping zijn de omlijstingen vergelijkbaar met de voorgevel. In de hoek met het risaliet bevindt zich hier de hoofdingang met hardstenen stoep. De voordeur heeft een omlijsting met hoekpilasters en sluitsteen met kuifwerk en een bovenlicht met niet-oorspronkelijk traliewerk. Links bevindt zich een trekbel. De houten dubbele paneeldeur heeft een dicht onderpaneel, een gietijzeren paneel en aan de bovenzijde een oeil de boeuf in hout. Op de verdieping bevindt zich in dezelfde vertikale as een rechtafgesloten venster. De twee overige assen zijn gevuld met twee blindnissen (rechter as) en twee vensters. De blindnissen zijn gevuld met een ingekerfd ruitpatroon. De LINKER ZIJGEVEL heeft rechts een vooruitspringende partij en links een bredere terugliggende partij. De eerste en tweede bouwlaag van het risaliet bezitten elk twee vensters zoals beschreven. In de punt van de gevel bevindt zich een oeuil de boeuf. De linker gevelpartij heeft in de hoek met het risaliet een twee assen brede veranda zoals in de voorgevel. De toegang hiertoe vindt weer plaats via twee dubbele tuindeuren met luiken. Op de verdieping bevinden zich twee stolpvensters zoals beschreven. De derde as is aan weerszijden omgeven door lisenen en bevat in de eerste bouwlaag een sober omlijst venster met persiennes. Hierboven is ter hoogte van de tussenverdieping een venster aangebracht. Vermoedelijk is dit geveldeel ooit uitgebreid. De sobere ACHTERGEVEL bevat in de eerste bouwlaag twee personeelsingangen en drie schuifvensters met luiken, onder een gezamenlijke sierlijst die boven de vensters is opgetrokken. In de tweede bouwlaag bevindt zich in het midden een gekoppeld venster, geflankeerd door twee vensters. Boven de vensters bevindt zich een soortgelijke afsluiting als in de eerste bouwlaag. Op zolderniveau bevindt zich in het midden een venster geflankeerd door kleinere, vrijwel vierkante vensters. De indeling van het INTERIEUR is vrijwel volledig intact gebleven. De begane grond is ingedeeld in een woongedeelte met een hal die toegang geeft tot een aantal woon- en werkvertrekken, waaronder kamers-en-suite in het oosten. In het zuiden bevindt zich o.a. de voormalige keuken en bijkeuken met dienstingangen. De trappartij in de hal geeft toegang tot twee verdiepingen met tussenverdiepingen, waar zich slaapkamers bevinden, waarvan enkele met een houten haardpartij. Op de zolder is nog een dienstbodekamer bewaard gebleven, voorzien van twee bedsteden. Onder de bewaard gebleven interieuronderdelen bevinden zich rijk uitgevoerde stucplafonds in gang en woonvertrekken, die beschilderd zijn. Voorts een beschilderd plafond in de badkamer op verdieping. De toiletten en de voormalige keuken zijn voorzien van een wandbetegeling. De kamers-en-suite bezitten marmeren schouwen met boezems die op de overgang naar het plafond voorzien zijn van eierlijsten. De toegang naar boven wordt gevormd door een ruim opgezette houten bordestrap, met ijzeren spijlen. In het zuiden bevindt zich steeds een tussenverdieping. Alle vensters van de eerste bouwlaag hebben binnenluiken. Alle oorspronkelijke deuren met hun omlijstingen zijn nog aanwezig. De voormalige keuken bezit nog een inwendige servieskast, een aanrecht met houten kastjes en een marmeren werkblad, een gootsteen met pomp, een schouw, de resten van de oorspronkelijke betegeling (met meander-randtegels) en een plavuizenvloer. In de hal is het oorspronkelijke marmer verdwenen en vervangen voor nieuwe marmertegels. Wel zijn hier nog de oorspronkelijke marmeren plinten en neuten aanwezig. Aan de straatzijde wordt de tuin begrensd door een smeedijzeren HEKWERK met dubbele draaihekken waaraan bordjes met de naam ""Groot Schovenhorst"" bevestigd zijn.

Waardering LANDHUIS Groot Schovenhorst' gebouwd in 1876 met HEKWERK

  • an architectuurhistorische waarde als gaaf en goed voorbeeld van een landhuis in Neo-Classicistische stijl uit het vierde kwart van de negentiende eeuw, dat opvalt vanwege hoogwaardige esthetische kwaliteiten in in- en exterieur zoals fraaie verhoudingen inde hoofdvorm en gevelindeling, en de detaillering met sierlijke Classicistische motieven. Het interieur is goed bewaard gebleven en bevat vele waardevolle onderdelen, zoals stucplafonds en marmeren schoorsteenmantels.

  • Van stedenbouwkundige waarde als karakteristiek onderdeel van het historisch gegroeide gebied aan de Garderenseweg, waarvan het karakter in grote mate wordt bepaald door het hier aanwezige landgoed Schovenhorst. Het pand speelt hier in samenhang met de bospercelen en de historische bebouwing een belangrijke beeldbepalende rol.

  • Van cultuurhistorische waarde als onderdeel van het landgoed Schovenhorst, dat een bijzondere uiting is van de geschiedenis van de Nederlandse bosbouw en van de ontginning van de Veluwe in het bijzonder.

Bron: https://monumentenregister.cultureelerfgoed.nl/.

Back to top