ACHTERRIDDERWAL
Genoemd naar het boerderijtje "De Achterridder". Het boerderijtje ligt in de nabijheid van de noordelijke uitloper van een hoge wal, de zgn. "Ridderwal". Aan het zuidelijk uiteinde van deze wal ligt de boerderij "De Ridder", vroeger ook wel "Cleyn Malestein" genoemd.
De Ridderwal, opgeworpen uit een zandverstuiving, omsluir een complex hoger gelegen landbouw gronden, die door een beekje worden doorsneden. Dit complex vormt een "agrarisch eiland" temidden van een gebied, dat eertijds uit heide, veen en broekland bestond. De heide, het veen en het broekland behoorden aan de malenschap 't Helderveld. Aan de oostzijde van het complex bouwlanden ligt de boerderij "Malenstein", vroeger "Maelstede" genoemd. De boerderij Maelstede behoorde evenals de boerderijen Renselaar, Groot Weelderen of De Steeg en Foissenkamp toe aan het Jufferenstift te Hoog Elten (zie in dit verband de toelichting bij Graaf Wichmanstraat en Luitgardestraat). Horigen op boerderijen van dit Jufferenstift, hetwelk een adellijke dame tot abdisse had, werden in de volksmond "vrouwenmannen" genoemd.
Renselaar wordt verondersteld identiek te zijn aan "Rentilo", genoemd in de schenkingsoorkonde van Folckerus, daterend uit 855 (zie toelichting bij Folckerusstraat)
Dit moet worden betwijfeld. De goederen, bedoeld in deze schenkings akte, werden overgedragen aan het klooster te Werden in het Ruhr- gebied. Aangezien Renselaar niet tot het Werdense klooster blijkt te behoren maar tot het Jufferenstift in Elten, moet worden aangenomen dat Renselaar en Rentilo niet identiek zijn. Niet is gebleken dat vroeger goederen van het Werdense klooster naar het Jufferenstift zijn overgegaan.
Uit een geslacht, dat Renselaar als leengoed bezat, stamde Killiaan van Renselaar, de stichter van Renselaerswijk (New York). Killiaan van Renselaar werd in 1586 te Hasselt geboren, was bewindvoerder der West Indische Compagnie en bezitter van de hofstede Renselaar (niet de bewoner). Hij stierf te Amsterdam in 1643. Bij de boerderij Renselaar vergaderden jaarlijks de geërfden van de maalschap 't Helderveld.
De Achterridderweg werd aangelegd in het midden van de 19 eeuw als gevolg van de opheffing en verdeling onder de rechthebbenden van de maalschap 't Helderveld.
Uit: Straatnamenboek, K. Friso, Uitgave buro voorlichting gemeente Putten, 1986.