Skip to content

ARNHEMSE KARWEG

De Arnhemse Karweg vormde een verbinding tussen en Arnhem. rThans komt de Arnhemse Karweg uit op de Laak. Vroeger moet de karweg een gedeel te van de Laak hebben gevolgd en via Groevenbeek in de richting van Ermelo hebben gelopen. Aangenomen mag worden dat via deze karweg vanuit Harderwijk vis en visproducten werden vervoerd, bestemd voorsteden in Westfalen. In Arnhem konden de producten op Rijnschepen worden verladen. Uit inkomstenregisters van het klooster te Werden blijkt, dat producten uit de hof van dit klooster te Putten via Arnhem naar het Ruhrgebied werden gezonden. Uit deze middeleeuse registers blijkt, dat aan het klooster te Werden graan, vlas, vlees, wol en was geleverd moest worden. Deze leveringen in natura moest ook de Kelnarij van Putten doen aan het klooster Abdinckhof te Paderborn. Aangenomen mag worden dat de producten per kar via de Peppelerweg en Arnhemse Karweg in de richting Arnhem werden vervoerd.

Bekend is het "Leemen huus", staande bij de kruising Arnhemse Karweg-Oude Garderenseweg. In de volksmond werd het lange tijd "'t huusje van Aolt van Voorst" genoemd. Aalt van Voorst was de laatste, die het huisje permanent bewoonde. Het huisje is vroeger een pleisterplaats geweest voor langstrekkend ver-keer.

Het waren niet alleen karrelieden, die van de Arnhemse Karweg gebruik maakten. Via de karweg trok ook de gerechtsdienaar, belast met het ophalen van misdadigers, die voor berechting Arnhem in aanraking kwamen. In de 16e eeuw droeg één van de gerechtsdienaars ("bode van het Hoff van Gelre") de bijnaam "Magere Hein". Wie met "Magere Hein" mee moest naar Arnhem wist welk lot hem te wach ten stond. Het verhaal gaat, dat een ingezetene van Harderwijk, beschuldigd van moord, opgebracht werd naar Arnhem. Onderweg stopte de stoet bij het Leemen Huus. De gevange kreeg toestemming in het herbergje wat te eten en te drinken. De man uit Harderwijk bewerde niets met de moord te maken te hebben en on schuldig te zijn. De waardin van de herberg kreeg medelijden en stopte hem wat extra's toe. De man scheen e chter niet erg onder de indruk van zijn lot. Hij glimlachte en zei kalm: "Beste vrouw, ik waardeer je goede bedoeling en dank je voor de frisse dronk. Ik heb een zuiver geweten en ben er van overtuigd dat er gerechtigheid is. Onthoud mijn woorden: morgen zit ik hier weer als een vrij man". Zijn voorspelling kwam uit. De volgende dag dronk hij opgewekt weer een biertje in de herberg. Wat was gebeurd? Bij de terechtstelling in Arnhem brak de strop. Men beschouwde dit als een teken van Boven en had de man onmiddellijk vrij gelaten.

Uit: Straatnamenboek, K. Friso, Uitgave buro voorlichting gemeente Putten, 1986.

Back to top