Skip to content

BRIJSTROETWEG

Een stroet was een moerassig land, begroeid met laaghoutgewas zoals elzenhout en gagelstruiken. Een stroet kenmerk te zich door een vlak en vaak uitgestrekt karakter. De beginletters str zijn waarschijnlijk afgeleid van ster of stere, welk woord land, grond of aarde betekende.

Zo kennen we de naam Bekestere (Bijsteren), welke naam zou kunnen worden uitgelegd als een beek door het land of omgekeerd: grond bij een beek. De beginletters str treffen we aan in verwante woorden als streep, strekken, strook, strand. Ook deze woorden moeten zijn afgeleid van stere en hebben alle iets te maken met een vlakte of uitgestrektheid. De naam stroet komt in meer Puttense toponiemen voor. Zo kennen we bijvoorbeeld Muggestroet, Soestroet, Steenstroet, Schelstroet en Krommestraat. Met dit laatste woord wordt niet bedoeld de straat in de omgeving van het Kerkplein maar een boerderij in de buurt van de hoek Meskampersteeg Donkeresteeg. Stroet werd vroeger ook wel geschreven als "strout" of "straat ".

De lettergreep "brij" heeft verwantschap met een oud woord brhen, hetgeen snijden of splijten betekent. De bezigheid van snijden of splijten vond plaats in hout gewas, dat rond een akker, in een bos of in een stroet stond. Men sneed twijgen en takken. Vaak werd daarmee gevlochten. Het woord breien (oorspronkelijk vlechten), eveneens afgeleid van het woord brhen, kan met de lettergreep brij in verband worden gebracht, temeer, omdat Brijstroet vroeger geschreven werd als Brestrout of Breienstroet. De letters br vinden we ook in aan verwante woorden als brink (wal om een akker, waarin gesneden en gesnoeid werd), broek (laag land, afgeleid van het werkwoord breken), Den Briel (Bre helle ; helle = laag land).

Uit: Straatnamenboek, K. Friso, Uitgave buro voorlichting gemeente Putten, 1986.

Back to top