Skip to content

DORPSSTRAAT

"Putten is een Schoutampt op zich zelven tusschen Harderwijk en Nieuwkerk omtrent twee uren gaans van elke plaats gelegen. Het Dorp is redelijk groot. De Kerk vertoont zig vrij oud en wordt door eenen Predikant bediend. Bij het Dorp behoort eenKorenmolen en door hetzelve loopt een Heerenstraat".

Uit deze beschrijving van het dorp, ontleend aan de "Tegen woordige Staat van Gelderland anno 1741"van Wagenaar, blijk dat de hoofdstraat van het dorp een "Heerenstraat"was. Heerenstraten of Heerenwegen stonden onder het gezag van de Landschap van Gelre. In de tijd dat Gelre nog graven en hertogen kende was het de landheer, die dat gezag over de Heerenwegen uitoefende. In het in 1436 getekende "Verbond van de drie Quartieren van Gelre"werd omtrent de Heerenwegen bepaald : "Dat de Heere van den Lande synweghenveyligsal houden ende "die deselve schenden te water ofte lande, haar goed verbeuren".In het Verdrag tussen Hertog Karel van Egmond en de Gelderse Landschap uit 1501 werd bepaald:"Ende syn de Ampluy den,Officieren en Dienaren verpligt "stroomen en straten te vryen ende alle geweld te keeren".

Werd de Dorpsstraat aanvankelijk de "Heerenweg"of de "Heerenstraat"genoemd, toen de straat in 1830 deel ging uitmaken van de rijksstraatweg tussen Hoevelaken en Katerveer veranderde de naam in "Zuiderzeesche Straatweg"(zie toelichting bij Nijkerkerstraat, Verlengde Dorpsstraat en Harderwijkerstraat).

Ook werd de straat in de vorige eeuw wel Hoofdstraat genoemd en tegen het einde van die eeuw Grootestraat. Sinds de twintiger jaren van deze eeuw heet de straat Dorpsstraat.

De Dorpsstraat onderging een verbetering in het kader van de aanleg van de straatweg tussen Renswoude en ' t Oever (1858). Bij raadsbesluit van 28 maart 1939 werden de Dorpsstraat, Verlengde Dorpsstraat en Harderwijkerstraat voor een symbolisch bedrag van f 1, -door de gemeente van het rijk aangekocht. Het rijk betaalde daartegenover een afkoopsom voor het onderhoud.

Het feit dat de Dorpsstraat en Verlengde Dorpsstraat vóór 1939 aan het rijk in onderhoud en eigendom toebehoorden, werkte vertragend ten opzichte van de modernisering van het dorp. Voor de uitvoering van tal van voorzieningen was steeds medewerking van rijkswaterstaat nodig en vanzelfsprekend liepen belangen van gemeente, middenstand en rijkswaterstaat niet altijd parallel. Eerst nadat het gemeentebestuur de eigendom had overgenomen kon begonnen worden met vervanging van stoepen door trottoirs, kon de straatriolering en de afvoer van dakwater beter worden aangepakt en behoefde men voor allerhande andere voorzieningen niet meer bij rijkswaterstaat aan te kloppen. Het was niet toevallig dat de aanwonenden van de Verlengde Dorpsstraat eerst in 1939 verzochten de hinderlijke eikebomen te kappen, een verzoek, waarop overigens In het belang van het dorpsschoon afwijzend werd beslist.

De ruimte zuidelijk van het kerkgebouw der Hervormde gemeente werd vroeger het Kerkplein genoemd. Hier kwamen Dorpsstraat, Kerkstraat en Verlengde Dorpsstraat samen. Het Kerkplein werd volgens oude tekeningen uit de 18e eeuw door een muur omsloten. Op het Kerkplein, alsook in de Kerkstraat werd markt gehouden. Markant was de dorpspomp.

Op deze foto zien we de Koningseik, de dorps pomp en de eerste ANWB wegwijzer. Op de achtergrond de burgemeesterswoning. Deze woning werd later vervangen door de schoenen zaak van de familie Van Boeijen.

In 1885 komt de pomp in de gemeenteraad ter sprake. Het blijkt een "gemeentepomp"te zijn in tegenstelling tot de pomp bij de dorpsschool. De raad is van oordeel dat het water van de gemeentepomp wel goed zal zijn "aangezien de begraafplaats rond de kerk al lang geleden is gesloten". De gemeentepomp blijkt slecht te functioneren en de raad besluit de pomp te vervangen. Bij de officiële in gebruikneming van de nieuwe pomp in 1890 blijkt er zand inplaats van water uit de pomp te komen.\ \ Een jaar eerder in 1889 werd op de 10e met een "Koningseik"geplant naast de pomp ter gelegenheid van het 40-jarig regeringsjubileum van koning Willem III als blijk van liefde tot het Oranjehuis. Het eikeboompje was beschikbaar gesteld door de heer Van Diemont van Bijstein. Omdat Baron van Pallandt van Vanenburg ook wel een boompje kon missen werd diens boompje een kastanjeboompje op 13 mei 1889 s middags om 15.00 uur plechtig bij de school te Huinen geplant.De koningseik bestaat nog. Of men in Huinen even zuinig is geweest met de Koningskastanje hebben we niet nagegaan.

Behalve de pomp en de Koningseik kwam er op 30 augustus 1890 op de hoek Dorpsstraat Kerkstraat nog een voorwerp bij te staan, namelijk de eerste ANWB handwijzer. In 1858 kende het dorp, dus evenmin de Dorpsstraat, geen straatverlichting. In dat jaar kwam een verzoek bij het gemeentebestuur in van W. van Werkhoven om in het dorp enige olielampen te plaatsen. Na uitvoerige deliberatie werd besloten niet op het verzoek in te gaan. In 1871 dacht de raad er anders over en werden in het dorp 12 petroleumlantaarns geplaatst. Deze lichtpunten werden omschreven als "palen met lantaarns, die met petroleum worden gebrand.

Nadat in 1912 was besloten een steenkoolgas fabriek op te richten werden de olielantaarns vervangen door gaslantaarns. Tevens werd het aantal lichtpunten aanzienlijk uitgebreid.\ \ In 1920 wordt geklaagd over wateroverlast in de Dorpsstraat. Burgemeester en wethouders zeggen niets te kunnen ondernemen omdat de rijkswaterstaat alleen bevoegd is daaraan wat te doen. Wel mocht het gemeentebestuur verkeersmaatregelen vast stellen en van die bevoegdheden maakte de raad dan ook gebruik. Bepaald werd in dat jaar dat motorvoertuigen niet harder door Dorpsstraat mochten rijden dan 10 km. per uur.Tegelijk werd de Achterstraat voor motorvoertuigen afgesloten.

Dat men zich niet altijd aan deze maatregel hield, blijkt uit een klacht van een raadslid in de ver gadering van 4 september 1929. Hij was van oordeel dat vooral des zondags de kerkgangers veel te hard met hun automobiel reden en achtte strenge controle noodzakelijk. In 1925 werd de Dorpsstraat vernieuwd en kwam er verbetering in de waterafvoer. Wat het verkeer betreft werden Dorpsstraat en Verlengde Dorpsstraat voor motorvoertuigen afgesloten tijdens de markturen. Bij hotel "'t Puttertje"moest een gemeente-arbeider met een bord staan, dat het verkeer verwees naar de Poststraat. In 1932 worden burgemeester en wethouders er in de raad opmerkzaam op gemaakt "dat binnenkort weer naar Assen wordt gereden en dat men dan weer woest door het dorp rijdt". Het raadslid bedoelde het verkeer van en naar de T.T. races. Besloten werd controle op de voorgeschreven snelheid van 10 km. per uur te laten houden.

In 1939 stellen burgemeester en wethouders voor ten behoeve van de Dorpsstraat een rioleringsplan uit te voeren. Het plan wordt in de raadsvergadering van 10 januari van dat jaar verworpen. Eind 1939 worden de eerste trottoirs in de Dorpsstraat aangelegd.

Uit: Straatnamenboek, K. Friso, Uitgave buro voorlichting gemeente Putten, 1986.

Back to top