Skip to content

GARDERENSEWEG

Aanvankelijk een zandweg, die in betekenis toenam toen in 1848 Mr. J.H. Schober het Landgoed Schovenhorst stichtte. In 1857 verzocht Mr. Schober de zandweg te verharden. Het verzoek werd om financiële redenen afgewezen in de raadsvergadering van 24 februari 1858.

Koning Willem III had reeds enige Jaren tevoren vanuit het dorp Garderen in de richting van Putten de weg voor een gedeelte laten verharden tot voor zover het Kroondomein strekte. Ook had hij een verharde weg laten aanleggen vanuit Garderen naar Oud Milligen.

De vestiging van een kamp te Milligengaf Mr. Schober aanleiding nogmaals op verharding aan te dringen. Het had nogal wat voeten in de aarde voordat daadwerkelijk verbetering werd overgegaan.

Zowel de malenschap ' t Sprielderbosch als een aantal ingezetenen van Putten steunde Mr. Schober. Onder leiding van H.M. van Weede werd een commissie ingesteld, in welke commissie ook burgemeester Hiebendaal namens de gemeente zitting nam. Onderscheidene voorstellen werden aan de gemeenteraad gedaan. Financiële bijdragen werden toegezegd. Ook van provinciewege werd druk op de gemeenteraad uitgeoefend. Zelfs woonde de Commissaris des Konings in de provincie Gelderland in 1868 persoonlijk de raadsvergadering bij waarin de kwestie van de wegverbetering aan de orde was. Het kwam zover dat in dat jaar akkoord werd gegaan met verharding van het gedeelte van de Garderenseweg tussen het dorp en Schovenhorst, mits de verharding bestaande uit grint in opdracht van Mr. Schober onder toezicht van het gemeentebestuur zou plaats hebben en mits Mr. Schober het onderhoud voor zijn rekening zou nemen. Een door het Sprielderbosch en een aantal ingezetenen bij eengebracht kapitaaltje van f 800, -werd als bijdrage in de kosten aan Mr. Schober beschikbaar gesteld, terwijl de stemmen staakten over de vraag of hem f 20, -of f 25, -per jaar als tegemoetkoming in het onderhoud moest worden verleend. Het lot daarover besliste : In een hoed werden twee briefjes gedaan, waarvan het ene f 20, -vermeldde en het andere f 25, --. Het briefje met de vermelding f 25, -werd getrokken.

De grintweg tussen het dorp en Schovenhorst werd in de zomer van 1868 door de aannemer J. Aarsen ook wel Jan van ' t Hek genoemd uitgevoerd. Een lengte van 140 meter werd met veldkeien bestraat, die bij de ontginning van Schovenhorst waren opgezocht. In 1930 werd deze keibestrating vervangen door een klinker weg en werden de keien in de Bakkerstraat gelegd. In 1870 besloot de gemeenteraad het gedeelte van de Garderenseweg tussen Schovenhorst en de gemeentegrens te verharden. Belanghebbenden hadden daarvoor f 5.000, -bijeengebracht.\ \ Ook deze verharding bestond uit grint. Men sprak dan ook van de Garde rense grintweg. Aan het besluit was de voorwaarde verbonden dat de Maalschap van Garderen tot verharding kosteloos grint ter beschikking zou stellen. Bij de verdeling van de malenschap in het begin van deze eeuw werd aan de gemeente Putten een stuk grond op de Solseberg afgestaan om daaruit grint voor het onderhoud van de Garderenseweg te kunnen halen. Jarenlang is de grintberg door de gemeente als zodanig gebruikt. De grond behoort nog aan de gemeente in eigendom toe. Op een gedeelte van het stuk grond staat het restaurant "' t Solletje". Temidden van de bossen staat aan de Garderenseweg de openbare lagere school Schovenhorst. De school, waarvan de eerste steen op 16 oktober 1902 door C.A. Oudemans werd gelegd, was bedoeld als buurtschool voor Koudhoorn en Krachtighuizen. Van beide buurt schappen staat de school even ver af. Mr. Schober, eigenaar van het Landgoed Schovenhorst, stelde de grond voor de bouw van de school om niet beschikbaar.

Uit: Straatnamenboek, K. Friso, Uitgave buro voorlichting gemeente Putten, 1986.

Back to top