Skip to content

OLDENALLERALLEE

Slotlaan van het kasteel Oldenaller. Het kasteel maakt deel uit van een fraai landgoed, toebehorend aan de Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten in Nederland. Tot dit landgoed behoren onder meer de boerderijen "Blankevoort", "Tinteler", "Groot Deuverden" en "De Heetkamp".

In de "Tegenwoordige Staat der Nederlanden" van Wagenaar (1741) komt voor: "Een groot uur gaans bewesten Putten, dichtbij de Zuiderzee, ontmoet men een Heerenhuis en Hofstede, "Ouden Aller" genoemd. Men moet de Hofstede onderscheiden van het oud adellijk goed "Den Aller", 't welk een weinig zuid-oostwaarts van den Ouden Aller ligt. Op hetzelve staat, behalve een oud Heerenhuis, 't welk in een drooge graft legt, een slegte (= eenvoudige) boerenwoning".

Uit deze beschrijving blijkt dat er sprake was van twee Heerenhuizen, te weten "Ouden Aller" en "Den Aller". In afwijking vanandere meningen komt het ons Aller", noch "Den Aller" in 1741 stond op de plaats van het oorspronkelijk stamslot van de familie van Aller. Het in 1741 genoemde Den Aller stond op de plaats van de tegenwoordige boerderij "Aller" aan de Diermenseweg (zie in dit verband de toelichting bij Diermenseweg). "Ouden Aller" of "Olden Aller" stond op een plaats vlak naast het oorspronkelijke stamslot. Hoewel niet bewezen nemen we aan dat het stamslot in 1372 werd verwoest en dat daarna zowel Oldenaller als voortzetting van het verwoeste slot werd gebouwd als Den Aller. In ieder geval wordt de naam "Olden aller" eerst na 1372 gebruikt. In een uit 1385 daterend stuk wordt genoemd Reinier van Oldenaller.

Reeds in een Staat van bezittingen van Herbert van Putten uit 1313 komt de naam Aleir of Aerleir voor. Een zekere Arnoldus de Aleir is aan de Hof van Putten thyns verschuldigd voor een weide bij de "curtis de Aerleir" (voor Hof van Putten zie de toelichting bij Schoonderbeeklaan). Aer-leir zal betekenen "water bij een bos" (Aer = water, leir = Laar = bos in moerassige omgeving).

Of Aerleir identiek is aan het oorspronkelijke Aller valt te betwijfelen. Het kan ook verband houden met "Arler", een huis aan de Arlersteeg (zie de toelichting bij Arlersteeg). De stamlijst van de familie Van Aller overtreft in lengte de meeste van de thans nog bestaande geslachten. Van Allers bewoonden zowel Den Aller als Oldenaller. Voordat Aller gesplitst werd en Den Aller en Oldenaller afzonderlijk genoemd werden bleken de Van Allers al een belangrijke rol te spelen. Zo was Servatius van Aller in 1334 ambtman van de hof van Putten van het klooster Abdinckhof (zie Kelnarijstraat). Zijn broer Hendrik van Aller was richter van de Veluwe. In 1395 werd Oldenaller uit de horigheid gevrijd en omgezet in een thyns goed. Oldenaller bleef eeuwenlang in het bezit van de Van Allers. Zij waren belangrijke figuren, zij zegelden verbondsbrieven, maakten deel uit van de Ridderschap en hadden zitting in de Landdag van Gelre en in het Kwartier van de Veluwe, zij vermaagschapten zich met andere belangrijke geslachten en hun namen raak ten verbonden aan versterkte huizen als Watergoor, Hell, Schoonderbeek. Tot de Van Allers behoorden burgemeesters, richters, leden van de Hoge Bank in het Engelander Holt. In de 16e eeuw ging Oldenaller over in handen van de familie Van Oldenbarnevelt. De tak, die op Oldenaller woonde stierf met Nicolaas van Oldenbarnevelt in 1648 uit. Van 1648 tot 1703 behoorde Oldenaller toe aan resp. Johan van Wynbergen en Sywert van Wynbergen. In 1672 bezetten Franse troepen het kasteel. Staatse troepen veroverden het kasteel in november van dat jaar waarbij 12 Fransen sneuvelden. In 1703 bewoonden Van Delens het kasteel, in 1724 gevolgd door Van Dedems (zie Van Dedemstraat). Van 1742 tot 1848 bewoonden Van Lyndens de Oldenaller en daarna kwam het kasteel in bezit van de familie Van Goltstein (zie Van Goltsteinstraat). Voordat de Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten het landgoed aankocht bewoonde de familie Boreel het kasteel. Het huidige kasteel werd in 1655 gebouwd op de fundamenten van de oude "Ouden Aller". In 1850 vond een belangrijke restauratie plaats. Bovendien werd door de bekende landschaps-architectZocher een parkbos rondom het kasteel aangelegd. Dit parkbos, voornamelijk bestaande uit beuken en zomereiken, bepaalt in grote mate de charme van het kasteeltje. In de achtergevel bevindt zich de spreuk "Per Angvsta" (= door werk tot grootheid).

Uit: Straatnamenboek, K. Friso, Uitgave buro voorlichting gemeente Putten, 1986.

Back to top