Skip to content

VONDELSTRAAT

Genoemd naar de "Prins onzer dichters" Joost van den Vondel. Hij werd te Keulen geboren. Zijn doopsgezinde ouders moesten uitwijken naar Antwerpen, Na verschillende omzwervingen kwam het gezin in 1597 in Amsterdam terecht. Na het overlijden van zijn vader nam Joost van den Vondel in 1610 de kousenwinkel van zijn moeder over. In dat jaar huwde hij met Maeijken de Wolff. Zijn moeder bleef actief in de zaak en moet met haar zoon nogal wat zakelijke geschillen gehad hebben. Na de dood van zijn moeder nam de zoon van Joost den Vondel - eveneens Joost geheten - de kousenwinkel over. Joost jr. ging failliet en stierf in 1658 op weg naar Indië. Joost van den Vondel aanvaardde in dat jaar de baan van suppoost van de Bank van Lening te Amsterdam en bekleedde de functie op hoge leeftijd gedurende 10 jaar. Hijstierf op 5 februari 1679 te Amsterdam en werd in de Nieuwe Kerk begraven.

Joost van den Vondel, aanvankelijk doopsgezind, werd in 1641 Rooms-Katholiek. Veel van zijn werken waren geïnspireerd op bijbelse verhalen (drama's als Joseph in Dothan, Lucifer, Jephta, Adam in Ballingschap, Noah). Onder zijn historische toneelwerken is de Gijsbrecht van Amstel zeer bekend. Hij schreef ook treurspelen over de klassieke tijd. Genoemd kan bijvoorbeeld worden zijn Hercules in Trachin. Joost van den Vondel schreef verschillende hekeldichten, betrekking hebbend op de politieke en kerkelijke situatie van zijn tijd. Hekeldichten waren gericht tegen de tegenstanders van de remonstranten.

Uit: Straatnamenboek, K. Friso, Uitgave buro voorlichting gemeente Putten, 1986.

Back to top