WATERWEG

Voordat de Afsluitdijk was aangelegd kwam het herhaaldelijk voor dat grote gebieden langs de Zuiderzeekust onder water stonden. Als het water naar de zee terugvloeide stonden wegen, die lager waren gelegen dan het omringendeland, vaak geruime tijd blank. In de volksmond noemde men die wegen "waterwegen". De verbinding van de boerderij "De Pol" naar het Oever heette de "Watersteeg" (thans 't Oeverstraat) en we weten - de naam zegt het al - dat deze steeg tot de zogenaamde "Waterwegen" behoorde.

Tot de waterwegen behoorde ook de weg van Oldenaller naar de grens van Ermelo. Deze weg maakte deel uit van de verbinding Nijkerk - Harderwijk. In de loop van de tijd wisselde de naam nog wel eens. In 1828 heet de weg "Oude Harderwijkerweg". In 1861 wordt gesproken van de "Steenenkamersche weg" (de huidige Stenenkamerseweg heette toen "Oude Steenenkamerscheweg"). In 1910 wordt het gedeelte van de weg tussen boerde rij "De Pol" en de gemeentegrens "Lage Weg" genoemd. Thans heet de weg, beginnend bij de Oldenallerbrug en eindigend bij de grens met de gemeente Ermelo de "Waterweg", herinnerend aan de tijd waarin nog sprake was van "waterwegen".

In 1828 klagen aangelanden over de onbegaanbaarheid van de weg. Burgemeester Van Dedem schrijft in dat jaar aan de districtscommissaris van de Veluwe, dat de Oude Harderwijkerweg niet meer als een weg kan worden beschouwd maar als een kanaal. De districtscommissaris kan er mee akkoord gaan dat het gedeelte van de weg tussen "De Pol" en de gemeentegrens wordt opgehoogd. Ook de Watersteeg, lopende naar het Oever mag verbeterd worden. Naast ophoging dient de afwatering verbeterd te worden en dienen de waterlossingen langs de wegen waar nodig, te worden voorzien van heulen (in die tijd nog uitgeholde boomstammen).\ Omdat de Oude Harderwijkerweg onbegaanbaar was werden omstreeks 1828 de Kuiterweg en de Vanenburgerallee als doorgaande verbinding gebruikt. Om die reden komen deze wegen in oude stukken ook wel als "Oude Harderwijkerweg" voor. De in 1828 uitgevoerde verbeteringen blijken in latere tijd niet toereikend te zijn geweest. In 1873 wordt een gedeelte van de Oude Harderwijkerweg verbeterd. Mr. W. Baron van Goltstein had daarom gevraagd bij brief van 3 juli 1872. Hij verzocht f 6.000,-- uit de gemeentekas beschikbaar te stellen voor het "daarstellen van een straatweg vanaf de Hogebrug door Driedorp (in Steenenkamer) tot aan de Oeversestraat". F.W. Baron van Pallandt zorgde voor een renteloze geldlening. De schenking van de rente werd eerst bij raadsbesluit van 8 ok tober 1886 aanvaard. Men had de aanvaarding van de schenking in 1873 vergeten in alle ijver om zo spoedig mogelijk tot verbetering van het weggedeelte te komen

In 1899 bestaan er plannen om het gedeelte tussen de Oeversestraat en de gemeentegrens met bazaltkeien te verharden. De plannen komen niet tot uitvoering want in 1909 blijkt een adres van J. Pieper en anderen bij de raad in te komen, waarin op verharding wordt aangedrongen. In het daarop volgende jaar ontvangt de raad een brief van het gemeentebestuur van Ermelo, waarin wordt meegedeeld dat die gemeente de weg wil verharden, die aansluit op de onder Putten gelegen Oude Harderwijkerweg, mits de gemeente Putten bereid is haar deel ook te beklinkeren en mits rijk en provincie subsidiëren.

In 1912 is het zover dat rijk en provincie elk 1/3 deel, zijnde een bedrag van f 4. 110,-- willen bijdragen. Op 13 februari 1912 vindt aanbesteding plaats. Het werk wordt uitgevoerd door de aannemers L.G.J. v.d. Ven te Koudekerke en J.W. v.d. Ven te Middelburg.\ \ Bij besluit van 10 mei 1912 gaat de raad een geldlening van f 5.000,-- ten behoeve van dit project aan. Bewoners van Huinen uiten felle kritiek. De gemeente heeft op het gebied van de wegverbetering voortdurend het accent op Steenenkamer gelegd. Huinen komt ver achter. Uit Huinen komen dan ook adressen binnen met de vraag voor die buurtschap ook eens wat te doen, K. van Loo en 93 andere ondertekenaren verzoeken verbetering tot stand te brengen in de slechte ontsluiting van Huinen. Zij achten aanleg van een verharde verbinding nodig tussen Nijkerksestraat en Voorthuizerstraat. W. Elbertsen en 73 mede-ondertekenaars vragen om een harde weg tussen de molen "'t Hert" en de boerderij "Roozendaal".

In 1913 blijkt, dat er zo af en toe - dankzij de uitgevoerde verhardingsplannen - een auto door Steenenkamer rijdt. Bewoners van de buurtschap achten dit levensgevaarlijk en onder leiding van J. Buitenhuis richten zij een adres aan de gemeenteraad met het verzoek het rijden met automobielen op de Steenenkamerscheweg (= huidige Waterweg) te verbieden. De raad wijst het verzoek af. Het college is van mening dat het niet aan gaat automobielen te weren op een weg, doorgaande verbinding voor het verkeer geeft. In hetzelfde jaar volgt van J. Buitenhuis en een aan tal anderen opnieuw een verzoek, ditmaal betrekking hebbend op het gedeelte van de weg tussen Oldenaller en de Oeversestraat. Dit tweede adres helpt evenmin. Ook een derde adres, ingediend in 1920, levert geen succes op. Het wordt door de raad voor kennisgeving aangenomen met de opmerking dat het slechts zelden voorkomt dat een auto de weg passeert.

In 1916 teistert een zware storm de kusten van de Zuiderzee. Het water komt tot diep in het land te staan. De brug over de Schuitenbeek, genaamd de "Hoge brug" wordt geheel weggespoeld. Aan de aannemer D.C. Andreae wordt opdracht gegeven zo spoedig mogelijk een nieuwe brug te bouwen voor een bedrag van f 4.665,--. De Waterweg kende in het verleden nog een brug, bekend staand onder de naam "Razende brug".

Bij het passeren moet de houten brug veel geraas veroorzaakt hebben en we veronderstellen dat de brug daaraan haar naam dankt. De brug leidde de Waterweg over het beek je de Kronkel. Later werd de brug door een flinke duiker vervangen. Langs de Waterweg staan veel boerderijen waarvan de namen tot ver in het verleden teruggaan. We noemen "Ken U zelve", "de Leembrug", "t Vensterhuis" of "Dijkgrevengoed", "Beekswal", "De Hogebrug", "Beldersgat", "De Krommehoek", "Groot Hoef", "De Goudskamp", "Hoornsdam", "Groot Steenenkamer" "Driedorp", "De Pol", "Valkelo", "De Halmboom".

Uit: Straatnamenboek, K. Friso, Uitgave buro voorlichting gemeente Putten, 1986.