Mn52C - Kalkarme poldervaaggronden; zavel, profielverloop 2
Zeekleigronden.
Nesvaaggronden behoren tot de zeekleigronden. Hiertoe behoren de minerale*-gronden die zijn afgezet in een marien (zee) milieu en waarvan het minerale deel binnen 80 cm diepte voor meer dan de helft bestaat uit materiaal met meer dan 8% lutum*. Op dit kaartblad komen binnen de zeeklei slechts vaaggronden voor. Zij missen dus de minerale eerdlaag*, zoals gedefinieerd bij de zandeerdgronden. Alle vaaggronden in de zeeklei van dit gebied hebben bovendien hydromorfe* kenmerken.
Opdeling
Naar de aard van deze kenmerken worden zij onderverdeeld in
-
drechtvaaggronden (op veen),
-
nesvaaggronden (met een niet-gerijpte ondergrond),
-
poldervaaggronden (o.a. met roest en reductievlekken binnen 50 cm).
Poldervaag gronden in zeeklei.
Deze gronden hebben duidelijke roest- en en reductievlekken binnen 50 cm. Alle gronden in dit gebied zijn kalkarm en hebben profielverloop* 2. Binnen 80 cm komt namelijk steeds de pleistocene* zandondergrond voor. De dekzandondergrond* is golvend, zodat de zanddiepte op korte afstand nogal verschillend kan zijn. In de laagste delen van het dekzandgebied is plaatselijk veen ontstaan. Vervolgens is de zeeklei afgezet. Hierdoor wisselt ook de dikte en de zwaarte van het zeekleidek en de dikte van de tussen de klei en het zand gelegen veenlaag vrij sterk. De voorkomende poldervaaggronden met profielverloop 2 (\'op zand\') zijn onderverdeeld naar de bouwvoorzwaarte.
Mn52C - Kalkarme poldervaaggronden; zavel, profielverloop 2
Deze gronden hebben een bovengrond van humeuze*, kalkloze zavel (8-25% lutum*). Door vermenging met dekzand uit de ondergrond heeft de bovengrond een zgn. gebroken karakter, waardoor dikwijls een minder goede structuur wordt veroorzaakt. Het zandgehalte neemt toe naarmate de zandondergrond ondieper voorkomt. Deze wisselt sterk in diepte op korte afstand, maar wordt steeds binnen 80 cm aangetroffen. Als onzuiverheid komen gronden voor met minder dan 40 cm lutumrijk mateteriaal. Zeer plaatselijk bestaat de overgang van de zeeklei naar de zandondergrond uit moerig materiaal. In verband met het feit dat de zandondergrond uit dekzand bestaat, heeft het gehele kaartvlak de toevoeging . . .p. In het dekzand is vaak een humuspodzol ontwikkeld.
Profiel*
Diepte | Horizont* | Omschrijving |
---|---|---|
0--- 10 cm | A1g1 | donkergrijze (10YR4/1)*, zeer humeuze, kalkarme, fijnzandige zavel; veel roest |
10--- 45 cm | A1g2 | donkergrijze (10YR4/1), matig humeuze, kalkarme, fijnzandige zavel; matig veel roest |
45--- 60 cm | B2b | bruin (10YR5,5/3), matig humusarm, leemarm, zeer fijn zand; geen roest |
60---120 cm | Cb | grijs (10YR5/1), uiterst humusarm, leemarm, zeer fijn zand; geen roest. |
De kaarteenheid vormt de overgang naar het dekzandlandschap. Er komt één vrij groot kaartvlak voor in de Polder Arkemheen. Als gevolg van de golvende dekzandondergrond is de grondwatertrap overwegend complex: II/III. De gronden zijn grotendeels als grasland in gebruik.