De heren van Putten
De geslacht van de Heren van Putten woonde op het kasteel Puttenstein tussen Elburg en Oldebroek, behorende bij de heerlijk Putten. Er is nog sprake van een tweede Heren van Putten. Dat betreft dan een de heerlijk Putten bij Spijkernisse, maar daarvan zijn geen bezittingen in Putten bekend.
De heerlijkheid Putten is eeuwen lang in het bezit geweest van het geslacht Van Putten. Deze Van Putten's worden al in 1200, in de persoon van een Herbern van Putten genoemd. Omstreeks 1313 is er een lijst gemaakt van goederen van deze familie. Deze lijst is bewaard gebleven. Ze hebben niet alleen goederen op de Veluwe, bij Vollenhove en in Drente, Friesland, Twente en de Achterhoek. In Vollehove was een zgn hof van Putten gevestigd. Hier waren ze eeuwenlang burggraaf van een kasteel. Ze bezaten ook kasteel Nijenbeek bij Elburg. Dit kasteel is in de 14e eeuw door de zee verzwolgen. Het huis Putten te Elburg was geen eigendoom maar een leengoed. Dit huis stond waarschijnlijk op de plaats van het huidge Old-Putten te Elburg. Het huis Puttenstein, op de grend van Gelderland en Overijssel, hoorde ook bij de heren van Putten. Waarschijnlijk zijn de heren van Putten afkomstig uit Drente/Overijssel (vroeger het Oversticht geheten). Deze heren gedrogen zich niet altijd braaf, want regelmatig hadden ze problemen met omliggende steden.
Tot het bezit van de heren van Putten uit Elburg behoorden ook enige landerijen in onze omgeving, doch hier is zijn bezit niet van grote betekenis geweest. Tot de bezittingen behoorden de boerderijen Stormbroek, Grote en Kleine Roest. Aan de huidige Telgterweg hadden ze een zogenaamd hof, een boerderij van waaruit de goederen in de omgeving werden bestuurd. Die hof was met een gracht omgeven. Dit gebied heet nog de Hooft. Daar bevonden zich De Grote Hooft en De Kleine Hooft, twee boerderijen van de heren van Putten. Deze boerderijen zijn rond 1900 afgebroken, en het gebied is bebost.
Bronnen: