Wildforstergoederen
Een wildforster was een beambte van de landheer in verband met de rechten, die de landheer bezat met betrekking tot de jacht. De wildforster beschikte over een dienstwoning met akker en was van bepaalde diensten vrijgesteld. Tot zijn taak behoorde het toezicht op het jachtgebied in zijn omgeving, terwijl hij voorts belast was met het innen van het zgn. ruimgeld. Ruimgeld was een belasting die betaald moest worden door bouwlieden omdat zij gebruik maakten van de "herenvelden" (= woeste gronden, toebehorend aan de graaf/hertog). Het was in zekere zin een vergoeding voor jachtschade, die de landheer opliep als gevolg van het gebruik. In de buurtschap Koudhoorn lag een wildforstersgoed. Uit stukken, daterend uit 1326 blijkt, dat het wildforstersgoed "het goet te Hoerne", gelegen in de kerspel Putten, toen al bestond.
Een uitgebreide beschrijving van het Goet te Hoerne wordt gegeven in 'Bijdragen tot de geschiedenis van de Veluwe en andere onderwerpen' van J.J. Hacke-Oudemans ea, p150 ev. In 1833, bij de opmeting door het kadaster blijkt het om een oppervlakte van ca 40ha te gaan. Deze 40ha is globaal gelegen binnen een wal, beplant met hakhout en bestaande uit bouwland, heide en erven. Om de kern, perceel no. 100 (hoge grotere paarse vlak), het oude wiltforstersgoed Horne, is de buurschap gegroeid. Dit perceel is al lang voor 1326 gerooid, en omgeven met een wal. De wiltforster heeft zich daar gevestigd. Hij leefde van een combinatie van jacht en schapenhouderij.
Bronnen:
-
Straatnamenboek, K. Friso, Uitgave buro voorlichting gemeente Putten, 1986.
-
'Bijdragen tot de geschiedenis van de Veluwe en andere onderwerpen' van J.J. Hacke-Oudemans ea, p150 ev.
http://www.geogemeente.nl/putten/kaart.html?ly=Boerderijen%20Wildforstergoed*&zoom=14