St Marie
St Marie, of het kapittel van St Marie, of de Proosdij van St Marie, behoorde bij de Mariakerk in Utrecht. Utrecht bezat 5 kapittelkerken. Elk kapittel had zijn eigen rechtspraak en hoefde geen belasting te betalen (immuniteit). Het gebied van de Mariakerk was afgescheiden van de stad door een gracht. Het kapittel van St. Marie en de bijbehorende Mariakerk zijn in 1081 gesticht door de Duitse keizer Hendrik IV en de Utrechtse bisschop Koenraad.
De 5 kapittelkerken in Utrecht hadden veel bezittingen, gekregen vanuit schenkingen. Deze goederen werden beheerd door het kapittel. De benaming kapittel verwijst naar het gebruik dat bij elke vergadering een hoofdstuk vanuit de Bijbel werd gelezen. En een andere naam voor hoofdstuk is kapittel. In het kapitel hadden zogenaamde kapittelheren of kanunniken zitting.
Het kapittel was voor het grootste deel afhankelijk van inkomsten uit goederen die het in de loop der eeuwen als schenking ontvangen had. Deze werden aangewend voor het onderhoud van de kerk en het kapittel.
De inkomsten uit de goederen, in natura of geld, werden per gebied in een curtis. Een voorbeeld hiervan was de curtis Selhorst bij Harderwijk. Hier werden de opbrengsten uit de goederen van St. Marie op de Veluwe verzameld en verscheept naar Utrecht.
Het kapittel van St. Marie bezat had goederen de Veluwe, in Utrechtse, Hollandse en Zeeland. Veel van de bezittingen van het kapittel zijn in de 17e eeuw verkocht.
In 1580 is de kerk van St. Marie alsnog slachtoffer geworden van een beeldenstorm. Kort daarna wordt de uitoefening van de katholieke godsdienst verboden en wordt ook de kerk van St. Marie voor de betreffende erediensten . Vanaf 1615 mochten alleen nog protestanten als kanunnik worden benoemd, waardoor St. Marie op den duur volledig protestant werd. Het kapittel van St. Marie is, net als de andere kapittels, bij keizerlijk decreet (van Napoleon) in 1811 opgeheven. De kerk werd daarna gefaseerd gesloopt.
De namen van de boerderijen die bij St Marie behoorden zijn door Jan van de Kraats uitgezocht. Hoe deze goederen in eigendom van St Marie kwamen is niet bekend, maar waarschijnlijk is dat al ontstreeks het jaar 1000 gebeurd. St Marie bezat in Putten 7 boerderijen, de meeste in Huinen.