Samenstelling lijst van goederen
Om te weten te komen welke bezittingen iemand had was het belangrijk een registratie bij te houden. Omdat deze registratie basis was voor het innen van belastingen, werden deze registraties min of meer bijgehouden. Die registraties geven veel inzicht. Maar er was toen nog geen kadaster, en Nederland was niet mooi ingedeeld in blokjes. Dus geven de registraties vaak wel namen van eigenaren, en later van boerderijen, maar daarmee was nog niet bekend waar die boerderijen gelegen hebben. Daar is veel onderzoek naar gedaan, oa door dhr K. Friso, Jan van de Kraats, W.G. Hagoort en Paul op den Brouw (zie de website odeeby).
-
Friso heeft in zijn historische zwerftocht een kaart opgenomen met 234 boerderij en gebouwnamen, een een aantal detailkaarten. Op basis van deze kaarten is globaal te bepalen waar de boerderijen hebben gelegen (of nog liggen), en daarna is op basis van de kadastrale kaart van 1832 bepaald welke kavel als gebruik 'huis en erf' heeft. Op die kavel is de boerderij dan geplaatst.
-
Jan van de Kraats heeft veel onderzoek gedaan naar de boerderijenamen en de locaties van boerderijen vastgelegd. Hij gebruikt daarvoor ook de kadastrale kaart van 1832. Dat is de eerste gedetailleerde kaart van Nederland, waarop elke kavel is vastgelegd.
-
W.G. Hagoort heeft vanuit naamgeving onderzoek gedaan naar de locaties van boerderijen. Vervolgens zijn de gegevens van de verschillende bronnen vergeleken.
-
De site odeeby heeft veel achtergrond informatie verzameld over historische boerderijen. Bij odeeby gaat het dan niet over de plek op de kaart.
-
Een laatste bron is de topografische kaart van 1872. Ook daarop zijn veel boederijnamen opgenomen.
Als de gegevens van de verschillende bronnen worden vergeleken dan blijkt er nog wel eens verschil van mening te zijn over naam of plaats op de kaart. In dat geval heb ik me meestal gehouden aan de informatie van Jan van de Kraats. Als er meerdere namen voor een boerderij zijn gegeven dan worden die extra namen ook genoemd. Soms is er ook verschil van mening over de eigenaar (bijv welk klooster) van een boerderij. Dan is die extra informatie zoveel mogelijk opgenomen.
Veel van de gebruikte namen zijn niet gekoppeld aan één van de hiervoor genoemde bezitters. Wellicht gaat dat om boerderijen die vóór 1800 ook al als vrije allodiale goederen bestonden, maar daar heb ik geen informatie over kunnen vinden. Deze namen komen met name bij K. Friso vandaan en van de kaart van 1872.
De boerderij/gebouwnamen zijn per eigenaar gerubriceerd in een eigen kaartlaag, zodat snel inzichtelijk is welke bezittingen bij één eigenaar hoorden.
Als de boerderijen niet als eigendom van de hiervoor benoemde grootgrondbezitters bekend is dan worden ze op een kaartlaag per bron (K. Friso, 1872, Jan van de Kraats) weergegeven. Komen deze boerderijen voor bij Friso, dan staan ze op de kaartlaag van K. Friso, ook als ze ook voorkomen op de kaart van 1872 of bij Jan van de Kraats. Zijn ze niet bij K. Friso bekend maar wel op de kaart van 1872, dan worden de namen weergegeven op de kaart van 1872. Komen ze alleen bij Jan van de Kraats voor dan worden de namen weergegeven op de kaart van Jan van de Kraats.
Daarnaast zijn er nog veel namen bekend van boederijen waarvan géén plek op de kaart bekend is. Dat betreft dan voornamelijk gegevens van K. Friso of odeeby. Die boerderijen zijn niet meegenomen op de kaart.
Bronnen:
-
Een historische zwerftocht door het landschap van Putten, K. Friso, uitgever BDU Barneveld, 1988.
-
De Gelderse zeepolder Arkemheen, W.G. Hagoort, Walburg Pers, 2006.
-
Het hoofd boven water, de geschiedenis van de Gelderse zeepolder Arkemheen, Wim Hagoort, Nabij Producties, 2018.
-
http://www.geogemeente.nl/putten/kaart.html?lg=Historie&ly=1872
-
http://www.geogemeente.nl/putten/kaart.html?ly=J%20vd%20Kraats*&zoom=14.3
-
http://www.geogemeente.nl/putten/kaart.html?ly=K%20Friso*&zoom=14.3