BUSSENWEG
Betreft een verbindingsweg tussen de Goorsteeg en Beulekampersteeg. De weg wordt aan weerszijden door fraaie hoge eiken en beuken geflankeerd. In de bomenrij langs de oostzij van de weg komt een oude kersenboom voor, die herinnert aan een boerderijtje dat vroeger in de nabijheid van die boom heeft gestaan. Het boerderijtje genaamd de "Bus" is al lang verdwenen. De naam "bus" zal bos hebben betekend. Het boerderijtje behoorde tot de erfjes, die vroeger met toestemming van de maalschap ' t Helderveld op malengronden mochten worden "getimmerd". Jaarlijks moest f 10, -aan de maalschap worden betaald bij wijze van erfpacht. In het eind van de 18e eeuw betaalt een zekere Jacob Frederiksen, geboren op 27 januari 1773, het erfje. Op 15 november van dat jaar besluit de maalschap tijdens haar bijeenkomst op de Renselerberg aan Jacob Frederiksen Bus toe te staan een "stukje Velts af te graven, gelegen aan de Oostkant van het Erfje de Bus". De jaarlijkse erfpacht wordt daarbij een weinig verhoogd. Op de malendag van 22 november 1809 wordt Jacob Frederiksen Bus aangesteld als "scheuter "van het Helderveld. Hij vervangt Teunis Kobussen die buiten de maalschap is gaan wonen\ Jacob Frederiksen Bus vervult de functie tot 1831, het jaar waarin hij door Jacob Jansen zodanig wordt opgevolgd. Als scheuter was hij belast met toezicht op malenvelden. Niet alleen moest hij letten op stropers maar ook op lieden, die in strijd handelden met de "willekeuren", overgiften van de maal schap (verordeningen). Zo had hij het recht dieren van overtreders te schutten (= vast houden zolang zij hun boete niet hadden voldaan (schutgeld)).In de tijd waarin Jacob Frederiksenscheuter was waren Hendrik Groeneveld, wonend op het erf Groot Deuverden en Hendrik van de Goot, wonend op het erf de Goot, veldgraaf van de Helder maalschap. De helft van de opbrengst van het schutgeld of de boete kwam ten gunste van de scheuter.
In de financiële stukken van de maalschap treffen we de volgende passage aan : "1827. Ontfangen van Gijsbertsen van den Tweel wegens schutgeld getrappeerd op het maijen van plaggen in het Putter Helder Malen veldt volgens order van het Hof van Arnhem ad. f 8, waarvan de Scheuter op heden de helft hiervan genoten heeft."
Na ontvangst van het schutgeld werd het door de scheuter in beslag genomen paard (het "geschutte paard") weer aan de overtreder terug gegeven.
Het boerderijtje de Bus werd in 1834 betrokken door Flip Reijersen van den Hazel, geboren te Amersfoort op 11 oktober 1792. Later woonde er een familie Heyveld. Het land ten westen van de Bussenweg werd in de vorige eeuw "Busterland genoemd. Tegenwoordig wordt een jachtopziener ook wel "schut" genoemd. Dit woord zal afgeleid zijn van "scheuter" of "schoter".
Uit: Straatnamenboek, K. Friso, Uitgave buro voorlichting gemeente Putten, 1986.