Skip to content

FONTANUSPLEIN

Genoemd naar Johannes Fontanus, bekend als de hervormer van Gelderland. Johannes Fontanus werd geboren in Zöller (land van Gulik) in 1545. Aanvankelijk school gaande te Emmerik verwierf hij de toegang tot de Hogeschool teHeidelberg waar Zacharias Ursinus, één van de opstellers van de Heidelbergse Catechismus, theologie doceerde.

Behalve theologie studeerde Johannes Fontanus wijsbegeerte, Grieks en Hebreeuws. Nadat hij op 23-jarige leeftijd was afgestudeerd werd hij predikant te Neuhaus in de Pfalz. Toen de keurvorst van de Pfalz werd opgevolgd door een Lutheraan moest Fontanus als calvinistisch predikant plaats maken voor een ander en verhuisde hij naar Frankental. In 1577 was hij hofen veldprediker bij de Pfalzgraaf Casimir, die met een leger, bestaande uit ruiters en voet volk, de Nederlanden te hulp kwam in de strijd tegen Spanje. Het leger arriveerde in 1578 in Arnhem. In hetzelfde jaar werd de broer van Willem van Oranje, Graaf Jan van Nassau te Nijmegen door de landdag als stadhouder van Gelre aanvaard.\ \ Niet lang nadat hij te Arnhem arriveerde werd Johannes Fontanus aldaar predikant. Hij ijverde voor de hervorming in Gelderland. Trad herhaaldelijk op als preases van de Gelderse Synode. Als classicaal inspector stelde hij in veel gemeenten orde op zaken, bevorderde de totstandkoming van kerkelijke gemeenten, de instelling van ambten en een goede regeling van kerkelijke goederen. Hij was streng in zijn opvattingen en richtte scherpe vermaningen tegen het zedelijk verval. Hij eiste een rechtlijnige levensstijl, een stijl waarin soberheid, eerlijkheid en ingetogenheid kenmerken dienden te zijn.

Hij bevorderde het gereformeerde onderwijs. Was curator van de Hogeschool te Harderwijk. Streed tegen het eind van zijn leven tegen de ideeën van de remonstranten en leed er onder dat deze richting in Arnhem de overhand kreeg. Hij stierf in 1615 en werd begraven in de Grote Kerk te Arnhem.

Zijn dochter Sara trouwde in 1601 met Ellardus van Mehen, die predikant was te Harderwijk van 1598 1639. Johannes Fontanus wordt beschreven als een persoon wiens gelaat breed en vet was met arme rossige wenkbrauwen, een brede grote neus en met een keurige in twee punten uitlopen de baard die hem een aristocratisch voorkomen gaf. Hij had ogen, die zonneschijn uitstraalden (Dr. L.H. Wagenaar "De Hervormer van Gelderland" uitgave Kok Kampen 1898). Zijn lijfspreuk luidde : "Jehova regnat "(= de Heere regeert).

Johannes Fontanus was een zoon van Engelbert Puts. Men had in zijn dagen de gewoonte om namen te verlatijnsen. Johannes noemde zich dan ook Johannes Puteanus. Zacharias Ursines sommigen veronderstellen diens broer moet tegen Fontanus hebben gezegd : "Men weet hier van geen putten, hier zijn Fonteinen; gij zult uit de heilfonteinen der Heilige Schrift putten en anderen daaruit te drinken geven; zo heet dan Fontanus". Johannes Puteanus moet nadien de naam Johannes Fontanus hebben aangenomen. De eerste Puttense predikant, Ds. Petrus Kinsius zou in verband met vorengenoemde woordspeling op de in 1601 in de toren aangebrachte kerkklok een opschrift in dezelfde betekenis hebben geplaatst : "Vrede geeft Heer in onsedaghen + des oorlogsplagen wilt afschutten + en laat Uw Woort + Rein uit die Fontein des levens + Putten ". Om de gedachten aan het bovenstaande levend te houden werd op het Fontanusplein een fontein geplaatst. Deze fontein werd geschonken door de Spaaren Bewaarbank te Putten. Dezelfde bankinstelling liet voor haar rekening in 1927 de kerkklok uit 1601 hergieten. De hergoten klok werd door de Duitsers geroofd en na de oorlog door een nieuwe vervangen. Daarop werd o.a. het opschrift uit 1601 weer aangebracht.

Uit: Straatnamenboek, K. Friso, Uitgave buro voorlichting gemeente Putten, 1986.

Back to top