HUINERBROEKWEG
Het Huinerbroek was aanvankelijk een lang moerassig heidegebied, dat beheerd werd door de Huinermalenschap. Het Huinerbroek voorzag in plaggen ten behoeve van de bemesting van de akkers van boeren uit Huien, Halvinkhuizen en Bijsteren. In het broek werd ook wel vee gehouden waar zulks mogelijk was.
Vanuit de buurtschap Huinen liepen twee wegen in de richting van het Huinerbroek:
1. een weg komend uit de "Grote Brink en uitkomend in het Huinerbroek bij het erfje "De Knapzak";
2. een weg komende uit de "Kleine Brink".
Bij de uitvoering van het plan van verdeling van de Huinermalenschap werd in de vorige eeuw een aantal nieuwe rechte wegen door het broek getrokken, onder meer de Roosendaalseweg, de Knapzaksteeg en de Goorsteeg. Gehandhaafd werden twee oude publieke wegen, namelijk de Oude Nijkerkerweg (in de vorige eeuw de Zwartjesweg genoemd) en de Beulekampersteeg (in de vorige eeuw bekend als Haarweg). De nieuw aan gelegde wegen kregen de status van "buurtweg". Het verdelingsplan vermeldt daaromtrent: "De wegen zullen de breedte hebben van vier Nederlandsche Ellen. Deze breedte der wegen zal volkomen genoegzaam zijn; het zijn geen publiekewegen maar slechts buurtwegen". De Huinerbroekweg behoorde ook tot de nieuwe buurtwegen, die in het kader van de verdeling van het Huinerbroek werden aangelegd. Het onde\rhoud kwam ten laste van de aangelanden. De hierbedoelde wegen werden later "malenwegen" genoemd. Nog niet alle malenwegen werden door de gemeente in eigendom en onderhoud overgenomen. Wel kregen nagenoeg alle malenwegen krachtens de Wegenwet later de status van "openbare weg".
De gronden van de Huinermalenschap bestreken bij de verdeling een oppervlak te van 365 ha. Van deze 365 ha. bestond 228 ha. uit heide. Verdeling vond plaats in 125 "vierendeels". Het begrip vieren deel was afgeleid van een "hoeve" of "hoef". Om te weten te komen hoe groot een "hoef" land was in de tijd, waarin de malenschap nog bestond, kunnen we 228 ha. door 125 delen. De uitkomst is een vierendeel, groot ongeveer 1 ha. 82 a. 40 ca. Een "hoef" moet viermaal zo groot zijn geweest en kwam dus op on geveer 7 ha. 29 a. 60 ca. Deze oppervlakte had men vroeger nodig om 1 ha, cultuurgrond regelmatig te kunnen bemesten.
Uit: Straatnamenboek, K. Friso, Uitgave buro voorlichting gemeente Putten, 1986.