KOLTHOORNSEWEG

De Kolthoornseweg behoorde tot de wegen, die vanuit de Huinerbrink oostwaarts naar de heide velden van de domeinen liepen. Langs deze wegen werden schaapskudden gedreven en plaggen vervoerd. De weg werd ook gebruikt als doorgaande verbinding van Huinen via Koudhoorn naar Garderen. Bekend is dat bij "bouwlieden'" in dienst zijnde "schepers" (= schaapsherders) de kudden zelfs tot op de Solseberg achter Garderen lieten weiden. De Kolthoornseweg was een eenzameweg en, zoals het op meer eenzame Veluwese wegen toeging, spookte het ook op deze route. Er gaat een verhaal dat wie alleen in het donker over deze weg uit Huinen naar Garderen loopt precies te middernacht om 12.00 uur een ruiter te paard tegenkomt. Je kunt het geloven of niet, maar het wordt voor waar verteld dat het een bijzonder merkwaardige ruiter is, die je om die tijd daar ontmoet. Hij rijdt met zijn afgeslagen hoofd onder de arm. Om te voorkomen dat hij tegen een boom rijdt of van de weg afdwaalt, houdt hij zijn hoofd dat hij onder de arm meedraagt met het gezicht naar voren vast. Wilt u de ruiter echt zien? Ga dan 's nachts alleen maar eens lopende over de Kolthoornseweg van Huinen naar Garderen.

Uit: Straatnamenboek, K. Friso, Uitgave buro voorlichting gemeente Putten, 1986.