'T OEVERSTRAAT
Bij de hoek 't Oeverstraat - Waterweg staat een woninkje, dat nog herinnert aan een tol, welke werd ingesteld toen kort na het midden van de vorige eeuw de straatweg Renswoude - 't Oever werd aangelegd. De aanleg van deze straatweg was een uitvloeisel van een gemeenschappelijke regeling, die tussen de gemeenten Barneveld en Putten was aangegaan. De tollen waren nodig om de kosten van aanleg en onderhoud van de straatweg zoveel mogelijk te dekken.
Per 1 januari 1931 werd de gemeenschappelijke regeling opgeheven en werd de straatweg door de gemeenten overgenomen. Onder deze overname viel ook het tolhuisje. Verwezen wordt naar de toelichting bij Voorthuizerstraat. De toltarieven werden door commissarissen voor de straatweg na goedkeuring van de gemeenteraden van Barneveld en Putten vastgesteld. Eén van de tariefregelingen uit de vorige eeuw luidde als volgt:
Bij aankomst aan den tolboom wordt betaald:
Voor elk paard, muilezel, stier, os of koe gespannen voor een rijtuig op veren of riemen met vier wielen | 10 Cents |
---|---|
Een rijtuig op veren of riemen met twee wielen | 5 Cents |
Gewonen boerenwagen of kar met smalle vellingen | 8 Cents |
Gewonenboererwagen of kar met breede vellingen | 4 Cents |
Vrachtwagens of karren, wanneer die voertuigen grooter zijn dan het gewone model, met smalle vellingen | 15 Cents |
Idem met breede vellingen | 10 Cents |
Hesserwagens of karren de mallejan met breede vellingen | 15 Cents |
Idem met smalle vellingen | 30 Cents |
Ongeladen mallejan | Half tolgeld |
Diligence of omnibus | 8 Cents |
Voor een ezel, gespannen voor wagen of kar | 4 Cents |
Voor een bereden of onbereden paard of ezel | 2,5 Cents |
Voor een stier, os of koe | 1,5 Cents |
Voor een kalf, schaap of varken | 1 Cents |
Boven de 10 stuks aan denselfden eigenaar toe- behoordene | 10 Cents |
Onverkocht terugkerende koppelsschapen | Geen tolrecht |
Voor een hondenkar of wagen | 10 Cents |
Voor een door menschen getrokken of voortgestuwd voertuig | 4 Cents |
Kinderuagentjes, mits kinderen vervoerende alsmede losse en ongezadelde paarden, die van of naar den smid worden geleid om beslagen te worden. | Geen tolgeld |
We hebben de indruk dat noordelijk van de 't Oeverstraat "Niutlo" heeft gelegen, bedoeld in een oorkonde uit 855. Niet ondenkbaar is dat een deel van de buurtschap in de middeleeuwen - maar ook later - door de zee is geoccupeerd. De veronderstelling dat noordelijk van de 't Oeverstraat de buurtschap heeft gelegen, gronden we op het feit dat daar de Nulderbrink heeft gelegen. Evenals andere brinken in onze omgeving zal deze brink een wat grillig verloop hebben gehad en zal de oppervlak te vrij groot geweest zijn. De toponiem "Breenakker" wijst ook op de brink. Dit perceeltje behoorde samen met "'t Cuiltje" oorspronkelijk toe aan een aan de zee gelegen hofstede "Steven Aertsengoed". Volgens een verklaring tijdens een in 1655 gevoerd proces behoorde bij "Steven Aertsengoed" in 1617 9 à 10 morgen en "had hetselve al enig affbreuck door den Zee geleden" (Sedert 1617). Het perceel, genaamd "'t Cuiltje en Breenakker" ligt oostelijk van de oude, oorspronkelijk aan het Jufferenstift te Hoog Elten behorende boerderij "Olden Oven".
Het komt ons voor dat deze hofstede behoorde tot de brinkboerderijen van Nulde. 't Lijkt ons dat tot deze boerderijen ook behoorden "Storrengoed", "Looijengoed" "Lotteler", welke boerderijen deel uitmaakten van de Werdense proostgoederen. 't Oeverstraat werd in het begin van de 19e eeuw "Watersteeg" genoemd. Zie in dit verband de toelichting bij Waterweg. Nog vroeger heette de weg "Nuldersteeg".
Uit: Straatnamenboek, K. Friso, Uitgave buro voorlichting gemeente Putten, 1986.