Skip to content

ROOSENDAALSEWEG

Het gedeelte van de Roosendaalseweg tussen de Engweg en de Hooiweg werd aangelegd in het kader van de ruilverkaveling, die na de oorlog werd uitgevoerd ten aanzien van de gronden in Putter Eng. Wat deze ruil verkaveling betreft mogen we naar de toelichting bij Lage Engweg. Het tracé van de Roosendaalseweg voorbij de Hooiweg in de richting van Gerven ontstond in de vorige eeuw als gevolg van de verdeling van de malenschappen, De weg is dus geen malenweg maar een verbinding, die eerst na de opheffing van de malenschappen ontstond. Voordien bestond de verbinding in zuidelijke richting uit een kerkweg, die niet in de richting van de boerderij Roosendaal liep maar in de richting van de boerderij Klein Boeijen.

In 1912 kwam een adres van W. Elbertsen en 73 anderen bij de raad binnen, waarbij aangedrongen werd op verbetering en verharding van de weg, lopende van de molen naar de Roosendaal (in bebedoelde wegtracé was begrepen de Halvinkhuizerweg). In hetzelfde jaar richtten K. van Loo en 93 andere belanghebbenden zich tot de gemeenteraad met het verzoek een verharde verbinding aan te leggen tussen de Nijkerkerstraat door Hell en Huinen naar de Voorthuizerstraat. Adressanten achtten deze verbinding, die over bestaande wegen zou kunnen worden gelegd, van groot belang voor de agrarische wereld.

Aangenomen mag worden dat de stichting van de gasfabriek aanleiding tot deze requesten gaf. Van de gasfabriek konden op goedkope wijze sintels worden betrokken. Sintels, as e.d. bleken geschikt voor wegverharding te zijn.

Mede door de toename van het verkeer - ook het fiets verkeer - achtte de gemeenteraad het noodzakelijk een plan voor de verharding en verbetering van wegen in het buitengebied vast testellen. Daarnaast werd in hetzelfde jaar goedgekeurd dat de Rijwielpaden vereniging, wier aktiviteiten zeer gewaardeerd werden, rijwielpaden zou gaan aanleggen langs alle buitenwegen, die daartoe voldoende breedte zouden hebben.

Wat de planning voor de verharding betreft werd in 1913 besloten om de volgende wegen te besintelen:

a. de weg van de molen tot de Roosendaal;

b. de weg van de Roosendaal naar de school te Huinen over het erf van Van de Kamp naar de Voorthuizerstraat;

c. de weg, lopende van de Broekermolen naar de Muggestroet (Broekermolenweg - Groot Hellerweg). 

In de raadsvergadering van 27 maart 1913 werd besloten voor de uitvoering van deze "besinteling" een geldlening van f 10.000,-- aan te gaan. Een raadsvergadering eerder was de heer W. Beelen uit Hierden, van beroep grondwerker, aangesteld als opzichter over dit werk. Voor zijn werkzaamheden ontving hij ƒ 2,-- per dag plus een gratis abonnement op het Centraal Spoor Hierden- Putten gedurende een half jaar.

In 1915 besloot de raad het tracé door Huinen te wijzigen. De nieuwe sintelweg zou niet over het erf van J. v. d. Kamp W zn. komen maar het tracé volgen van de Huinerweg-Huinerschoolweg- Huinenstein-Roosendaal. Tot de verbetering behoorde ook een verbreding van de wegen. Zo werd ten opzichte van de Halvinkhuizerweg en Roosendaalseweg bepaald dat de weg 3 meter breed zou worden met aan weerszijden een berm van 14 meter en een sloot van 1 meter breedte. In verband met de hierbedoel de plannen benoemde de gemeenteraad een derde wegwerker (D. Jansen).

Sintels werden niet alleen van de gas fabriek maar ook van de spoorwegen betrokken. Voor het op breedte brengen van de wegen werd gebruik gemaakt van de zgn. "hand- en spandiensten'". Bij stukjes en beetjes vond vervolgens besinteling plaats. Voor 3 km. weg was ongeveer 1800 m3 nodig. Niet alle soorten sintels bleken geschikt. Toen de spoorwegen gebruik gingen maken van briketten bleek de afkomende as nagenoeg ongeschikt. Bovendien leerde men uit ervaring dat uitgestrooide sintels op den duur tot poeder veranderden, het geen bij regenweer geen verbetering bleek te zijn. Ook bleken de sintels te worden afgebroken door felle zonneschijn. Wilde de sintelverharding goed blijven dan was het noodzakelijk dat de verharding met grint werd afgedekt.

De eerste wereldoorlog leidde er toe dat de werken niet zo snel konden worden uitgevoerd dan verwacht werd. Sintels werden schaarser en duurder. In 1919 achtte men het wenselijk dat oer zou worden gegraven voor de weg Broekermolen-Roosendaal. Jhr. Haersma de With stelde gronden beschikbaar voor deze afgraving. In Huinen stagneerde de besinteling omdat geen middelen aanwezig waren in dat jaar dure en goede sintels te kopen.

In de raadsvergadering van 6 maart 1924 verklaarden B. en W. dat het raadsbesluit van 17 januari 1913 geheel is uitgevoerd. Zij voegden daaraan toe dat alleen de Huinerschoolweg nog moest worden afgemaakt. Er was zelfs meer gebeurd dan in 1913 was gepland. Men had toen een geldlening van f 10.000,- aangegaan. De uitvoeringskosten waren begroot op f 9.444,--. In plaats van f 9.444,-- was een bedrag van f 11.937,41 uitgegeven. De meerkosten waren o. a. ontstaan omdat de weg tussen de molen en de Roosendaalseweg van een grintverharding was voorzien. Ook op andere wegen was geheel of gedeeltelijk grint aangewend.

De grintverharding van de Halvinkhuizerweg en Roosendaalseweg was in 1923 uitgevoerd. In dat jaar besloten B. en W. daarvoor grint te graven in de Solseberg. In de raadsvergadering van 23 oktober 1923 werd van verschillende zijden opgemerkt dat er de laatste jaren bijzonder veel was gebeurd wat betreft de verbetering van de wegen in het buitengebied en van de waterlossingen. Elke wegverbetering ging namelijk gepaard met een verbetering van waterafvoer. De Roosendaalseweg is genoeemd naar de boerderij "Roosendaal", staande bij de T-kruising Roosendaalseweg - Beulekampersteeg.

Uit: Straatnamenboek, K. Friso, Uitgave buro voorlichting gemeente Putten, 1986.

Back to top