SCHOENLAPPERSWEG
In 1749 tel de het ambt Putten 9 timmerlieden/metselaars, 4 wagenmakers (waaronder 1 vrouw !), 3 smeden, 3 bakkers, 6 kleermakers en 7 schoenmakers of schoenlappe rs. Een op gaaf uit 1815 vermeldt 7 timmerlieden/metselaars, 3 wagen- makers, 3 sme den, 4 bakkers, 10 kleermakers en 9 schoenmakers of schoenlappers. Zowel in 1749 als in 1815 blijkt onder de ambachtelijke b roepen de schoenmaker of schoenlapper een belangrijke plaats in te nemen. Klompenmakers worden noch in 1749, noch in 1815 genoemd, hetgeen niet wil zeggen dat dit beroep niet uitgeoefend werd. In de Kelnarij-archieven komen we omtreeks 1697 een erfje, genaamd "Klumpenmakersgoet" tegen, terwijl we weten dat in het begin van de 19e eeuw een zekere Evert van Malenstein op het erfje "De Blauwe Schuit" (Gerven) het beroep van klompenmaker uitoefende. Ook vonden we in de malenboeken van 't Hellerveld een erfje, genaamd Klompenhoft ten aanzien waarvan in het begin van de 19e eeuw Hendrik Groeneveld thijns moest betalen. Het feit dat het aantal schoenmakers of schoenlappers zeer hoog was, duidt er op dat de bevolking - ook de "bouwlieden" (= boeren) - vroeger in het algemeen op schoenen liep.
H.K. Roessingh vermeldt in zijn in 1965 gepubliceerde studie "Beroep en bedrijf op de Veluwe in het midden van de 18e eeuw": "Opmerkelijk is de veel grotere betekenis van de schoenmaker dan van de klompenmaker. Deze laats te komt slech ts in 10 van de 24 Veluwse kerspels voor. Toont de schoenmaker (schoenlapper) een concentratie van 4 per 1000 van de bevolking, de klompenmaker slechts 1 per 1000. In het kerkdorp Barneveld waren 12 schoenmakers maar daar was geen klompenmaker. Schoenen waren blijkbaar ook onder de boerenbe volking de dagelijkse dracht. De klomp schijnt pas in de 19e eeuw meer in gebruik te zijn gekomen". De Schoenlappersweg zal zijn naam te danken hebben aan het feit dat aan of in de nabijheid van de weg iemand het beroep van schoenlapper heeft uitgeoefend.
In een malenboek van het Helderveld ontdekte we een schoenmaker, die niet ver van de Schoenlappersweg af woonde: "Claes Teunissen Schoenmaker betaalt syn malenkeur van "erf Deuverden". De betaling had plaats in 1710.
Uit: Straatnamenboek, K. Friso, Uitgave buro voorlichting gemeente Putten, 1986.