Skip to content

VANENBURGERALLEE

Genoemd naar het kasteel "De Vanenburg", thans in gebruik als Stafschool voor de Bescherming Bevolking. Aanvankelijk was "Vanenburg" - ook wel "het goed te Nulde" genoemd - een abtshorige hoeve van de Kelnarij van Putten. Waarschijnlijk heeft de hofstede ten westen van het huidige Vanenburg gestaan. In latere stukken wordt meermalen "de olde hofstede" genoemd. Het goed Vanenburg werd in latere tijd een leengoed van de Kelnarij. Het leengoed werd in 1646 door Hendrik van Essen gekocht uit de boe del van luitenant-kolonel Peter van Appeltorn. Hendrik van Essen was een vermogend man en werd in 1650 landdrost van de Veluwe. In 1654 werd het leengoed Vanenburg uitgebreid, onder meer met het abtshorige goed "De Proest", welk abtshorig goed tot leengoed werd gemaakt. In 1672 wordt de band met de Kelnarij verbroken. De landdag van Gelre en Zutphen keuren een akkoord goed, dat met de abt van het klooster Abdinckhof te Paderborn was gemaakt en waarbij Hendrik van Essen uit de leenplicht werd ontslagen. Hendrik van Essen had inmiddels in 1661 een papiermolen gebouwd aan de Broeksteeg (thans Engersteeg). Hij stichtte na 1672 een nieuw gebouw. Vermoedelijk westelijk van de oude hofstede. In 1678 draagt hij de havezathe op aan de Staten van Gelre en Zutphen als Utrechts leen. Tot dit leen behoren de papiermolen, het oude huis en de daartoe behorende landerijen en houtgewas. Die landerijen strekten zich uit tussen de Kleenhorst en de Broeksteeg (thans Engersteeg) en tussen de Nuldersteeg en de steeg bij Valkelo tot aan de Harderwijkerweg (thans Waterweg).\ Hij legde een aantal lanen aan, die inmiddels grotendeels verdwenen zijn. Aangenomen mag worden dat de Vanenburgerallee nog een restant is van het lanenstelsel. Hendrik van Essen stierf in 1681. Het goed Vanenburg bleef geruime tijd in de familie van Essen. Eén van de nakomelingen, die met het goed beleend was, was Lucas Willem van Essen, naar wie de Van Essenstraat is genoemd (zie de toelichting bij de Van Essenstraat).

De oudste dochter van Lucas Willem van Essen, Judith Margaretha van Essen, geboren in 1720, trouwde in 1745 met Philips Hendrik van Goltstein, waardoor het goed in handen van de familie Van Goltstein kwam. Het kasteel werd in 1795 door de patriotten verwoest. Nadat het enige tijd in handen van een familie Pit was, kochten de Van Goltsteins het goed weer terug. Vanenburg werd herbouwd. De Van Goltsteins bezaten zowel Oldenaller als Vanenburg. Door huwelijk ging Oldenaller over in handen van de familie Boreel en de Vanenburg in handen van de familie Van Pallandt (huwelijk Frederica Everdina Baronesse van Goltstein met Frederik Willem Jacob Baron Aylva van Pallandt, naar wie de Van Pallandtstraat is genoemd). Na het overlijden van Frederik Willem Jacob Baron Aylva van Pallandt kwam het goed in handen van een neef, die geleidelijk de bezittingen verkocht en "opsoupeerde". In de vijver ach ter het kasteel werd voor en tijdens de oorlog een zwembad geëxploiteerd.

Uit: Straatnamenboek, K. Friso, Uitgave buro voorlichting gemeente Putten, 1986.

Back to top