VAN WEESSTRAAT
Genoemd naar Willem de Wees, ook wel vermeld als Wilhelmus van Wees. Willem de Wees was pastoor te Putten in de tijd, waarin de reformatie op de Veluwe ter hand werd genomen. In 1580 had de provinciale synode te Zutphen aan de kerk van Harderwijk de opdracht gegeven "Nijenkercke ende Putten" te reformeren. In 1582 vaardigden de Staten van Gelre een plakkaat uit waarbij de "Roomse afgodendienst" werd verboden. De politieke toestand in Gelre bemoeilijkte de reformatie. Vijandelijk krijgsvolk trok rovend en brandend rond en tot 1592 duurde het voordat er weer een provinciale synode kon worden gehouden. Op 4 juli 1592 werden de pastoors uit onze omgeving opgeroepen om te Harderwijk te verschijnen om door de classis aan de tand gevoeld te worden aangaande hun theologische opvattingen. Ook Willem de Wees uit Putten verscheen voor het examen. Hij zag het niet zitten. Trouw aan de leer van zijn kerk kon hij het met de leer van de Calvinisten niet eens zijn en hij verliet dan ook de bijeenkomst met achterlating van een brief, waarin hij te kennen gaf zich van de opvattingen, die hem waren voorgehouden, te distanciëren. Om des gemoeds wille wenste hij vast te houden aan de leer, die hij vele jaren had onderwezen en hij wens te zijn geweten geen geweld te moeten aandoen. In 1595 werd hem het preken door het Hof van Gelre verboden. Hij bleef echter voortgaan met preken en voor Ds. Kinsius, die in 1597 naar Putten kwam, werd hij een bijzonder moeilijke tegenstander. Verwezen wordt in dit verband naar de toelichting bij de Kinsiusstraat. Nog in 1608 klaagt Ds. Kinsius dat de pastoor "bijkans alleen die enige orsaecke is daer door alle goede reformatie weinichplaetsaldaer mach hebben". Zo had hij zich in 1607 verstout om "in der vest te Nijekercken, alwar die gekommensindemitein kar von Putten ten huse van Henrick van der Scheur" een kind te dopen In november van dat jaar had hij "vier kinderteinemmahl gedoopt".
Uit: Straatnamenboek, K. Friso, Uitgave buro voorlichting gemeente Putten, 1986.