Skip to content

PUTTER ZEEDIJK

Op 28 maart 1356 schonk Hertog Reinald III van Gelre aan zijn "gemeyneerffgenaemen vanPutten ende vanderNykercken"voorrecht hun landen, welke door de zee werden bedreigd en welke bekend stonden onder de naam "Erckemehen", tegen overstromingen door het leggen van een dijk, van het te beveiligen te onderhouden op gemene kosten.

De naam "Erckemehen" - thans Arkemheen - duidt er op dat er in de nabijheid van de buurtschap "Erck" al vóór 1356 weilanden gemeenschappelijk werden gebruikt. Of de gebruikers uitsluitend uit de buurtschap Erck afkomstig waren valt te betwijfelen, zeker wanneer men let op het feit dat in de eerste plaats de "erffgenaemen uit Putten" worden genoemd in de dijkbrief van 1356. Aangenomen moet worden dat tal van erven in Putten en de daarbij behorende buurtschappen toen al rechten in de Erckemehen hadden.

De wegen, die vanuit Putten en de Puttense buurtschappen naar de polder Arkemheen lopen, moeten dan ook zeer oud zijn. De buurtschap Erck moet door de zee zijn overspoeld en verdwenen. De naam leeft nog voort in de boerderij "de Ark" onder Nijkerk.

In het archief van de polder Arkemheen zijn copieën aanwezig van de uit 1356 daterende dijkbrief. Volgens deze dijkbrief werd de dijk aangelegd op een onteigende strook grond ter breedte van ongeveer 19 meter. Het staal waarop de dijk rustte had een breedte van ongeveer 10 meter. De resterende 8 meter diende voor de afgraving van aarde om de dijk op te hogen. De dijk moet in 1356 een lengte van ongeveer 10 km. gehad hebben, ongeveer de lengte van de huidige dijk. De dijk werd in de loop van de eeuwen herhaaldelijk door de zee beschadigd. Doorbraken hadden herhaaldelijk plaats. Zo bijvoorbeeld in 1570, een rampjaar als 1953. In 1602 volgde weer een dijkdoorbraak, welke leidde tot verzwaring van de dijk in1612. Sommige gedeelten werden van een paal- afscherming voorzien. Als gevolg van de zgn. paalworm verkeerde de dijk in het midden er 18^e^ eeuw in slechte toestand. De buitenhelling werd gedeeltelijk van een steenwering voorzien.

In het begin van de 18e eeuw werd de oude Arkervaart uit gediept en werd een havenkom bij de veste Nijkerk aan gelegd. In de dijk werd een schutsluis gemaakt. Deze werken hadden grote invloed op de waterstaatkundige toestand van de polder. De polder werd in tweeën geknipt en van die tijd af was sprake van "Putter polder" en "Nijkerker polder", al bleven beide polders bestuurlijk één geheel. Als gevolg van de uitdieping van de Arkervaart ontstond zowel in de Nijkerker alis in de Putter polder veel wateroverlast.

In 1863 werd de eerste steen gelegd van de watermolen "Hertog Reynout" ten behoeve van de Nijkerker polder. In 1874 kwam voor de Putter polder een molen tot stand bij de zgn. Langeroesluis. De molens werden respectievelijk in 1883 en 1886 vervangen door stoomgemalen. De stoomgemalen zijn inmiddels door electrische installaties vervangen. De niet meer in werking zijnde stoomgemalen zijn geplaatst op de monumentenlijst.\ \ In de nacht van 13 op 14 januari 1916 brak de zeedijk onder Nekkeveld op twee plaatsen door. Ook in de Putterdijk werd een gat geslagen. Grote gebieden kwamen onder water te staan. Na gereedkoming van de Afsluitdijk verloor de dijk zijn betekenis als zeedijk.

Uit: Straatnamenboek, K. Friso, Uitgave buro voorlichting gemeente Putten, 1986.

Back to top